Dat schrijven Quirine Falger, voorzitter raad van discipline in Amsterdam en Rob van den Heuvel, voorzitter raad van discipline in ’s-Hertogenbosch, in het voorwoord van het dinsdag gepubliceerde Jaarverslag tuchtcolleges advocatuur 2021. ‘Voor zover het gaat om procederende advocaten bestaat dat beeld in de rechtspraak namelijk wel.’

De voorzitters zeggen verder dat de door COVID19 versnelde digitalisering vorig jaar positief is ontvangen. Zo konden er zittingen worden gehouden door middel van een tweezijdig elektronisch communicatie en ook de klachtbehandeling gebeurt door de tuchtcolleges steeds meer digitaal. ‘Het interne administratieve proces is inmiddels digitaal ingericht. De tuchtcolleges streven naar volledig digitale klachtenafhandeling. De verwachting is dat met die volledige digitalisering van het werkproces in de toekomst nog een belangrijke slag kan worden gemaakt waar het gaat om de doorlooptijd van klachtzaken.’

De gemiddelde doorlooptijd van de reguliere tuchtklachtzaken in 2021 was 7,5 maand, blijkt uit het jaarverslag. Vergeleken met 2020 en 2019 is de gemiddelde doorlooptijd van een reguliere tuchtklachtzaak opgelopen. Oorzaken hiervoor zijn volgens de raden onder meer de ook in 2021 nog geldende coronamaatregelen, aanhoudingsverzoeken en capaciteitsproblemen.

Schrappingen

De raden van discipline hebben vorig jaar negen advocaten geschrapt. In 2020 waren dat veertien advocaten. Het aantal wrakingsverzoeken is in 2021 ten opzichte van 2020 bijna verdubbeld (van elf naar eenentwintig). Voor deze toename is geen duidelijke oorzaak aan te wijzen, aldus het jaarverslag.

In 2021 zijn bij de raden van discipline 983 nieuwe zaken binnengekomen. In 2020 waren dat er 993, in 2019 846 en in 2018 1004. De raden hebben 1039 zaken afgedaan in 2021. In 2020 waren dat er 878. In 2021 was, net als een jaar eerder, ongeveer een derde van de klachten (gedeeltelijk) gegrond. Van de 961 tuchtrechtelijke oordelen die de raden van discipline in 2021 op grond van artikel 48 Advocatenwet gaven, luidden er 654 ongegrond of niet-ontvankelijk. De resterende 307 klachten waren gegrond.

Van het totale aantal van 961 (in 2020 waren dat er 803) tuchtrechtelijke oordelen was 68 procent ongegrond of niet-ontvankelijk en 3,1 procent gegrond zonder maatregel. In 12,8 procent van de gevallen werd een waarschuwing opgelegd, bij 9,2 procent een berisping, bij 1,9 procent een voorwaardelijke schorsing, bij 3,3 procent een onvoorwaardelijke schorsing en bij 1,5 procent een schrapping. Deze percentages waren in vorige jaren globaal hetzelfde, behalve ten aanzien van het aantal opgelegde berispingen. In 2021 hebben de raden bijna twee procent meer berispingen opgelegd dan in 2020. Over het algemeen hebben de raden van discipline in 2021 echter niet beduidend zwaardere of lichtere maatregelen opgelegd dan in eerdere jaren.

Gegronde klachten

In 2021 werd op 18.104 Nederlandse advocaten 313 keer ingegrepen door de tuchtrechter in eerste aanleg. Dat betekent dat 1,73 procent van de advocaten in 2021 tuchtrechtelijk is veroordeeld. Dat is iets meer dan in 2020 toen 1,45 procent van de advocaten tuchtrechtelijk werd veroordeeld.

Uit het jaarverslag wordt verder duidelijk dat de meeste gegronde klachten vielen in de categorie ‘Prestatie onder de maat’, gevolgd door de klachten over ‘Communicatie met de cliënt’. Vergeleken daarbij werd over financiële en diverse andere onderwerpen, net zoals in 2020, (veel) minder geklaagd. In 2021 werd verreweg het meest geklaagd over de eigen advocaat gevolgd door de advocaat van de wederpartij. De meeste klachten gaan over het brede gebied van het civiele recht. Op de tweede plaats staat tuchtrecht, gevolgd door het strafrecht.

Het aantal ingekomen zaken bij het hof van discipline is in 2021 ten opzichte van eerdere jaren gestegen met 22 procent (2021: 398, 2020: 326, 2019: 350, 2018: 369 en 2017: 357). Het aantal afgedane zaken in 2021 is in vergelijking met 2020 ongeveer gelijk gebleven (2021: 381, 2020: 385, 2019: 339, 2018: 321, 2017: 360). De doorlooptijd van een procedure bij het hof van discipline was in 2021 gemiddeld ongeveer 6,5 maand (in 2020 7 maanden). Het hof heeft de ambitie om de doorlooptijd in 2022 verder terug te brengen naar zes maanden, de gebruikelijke doorlooptijd van voor het begin van de coronacrisis.

FRANCISCA MEBIUS, Advocatenblad

Francisca Huijting-Mebius

Redacteur

Profile page
Advertentie