In februari 2020 werd in Nederland de eerste coronabesmetting vastgesteld, een maand later zat ons land in een ‘intelligente lockdown’; thuiswerkend in een anderhalvemetersamenleving. Juridische opleidingsinstituten moesten abrupt overschakelen op digitaal onderwijs. Het bracht nieuwe uitdagingen met zich mee: hoe deel je een online cursus zodanig in dat de spanningsboog goed blijft en cursisten betrokken blijven?
Daarnaast ondervonden opleiders de nodige organisatorische problemen. Cursussen, trainingen en opleidingen moesten worden verplaatst naar online of latere datums en cursisten waren terughoudend met nieuwe aanmeldingen. Het was ‘never a dull moment’, zoals Emile Jansen, opleidingsmanager op de Grotius Academie, het typeert.
Omschakelen
Ook voor de VU Law Academy in Amsterdam was het veel meebewegen met de veranderende coronaregels. ‘Het was flink omschakelen en we moesten steeds onze processen aanpassen,’ vertelt directeur Evelien Zwart. ‘Dat vroeg veel van medewerkers, docenten en deelnemers.’ Bijkomende ‘uitdaging’ was dat de NOvA in 2020 het verplicht aantal vakbekwaamheidspunten (PO-punten) voor advocaten halveerde. Door de coronacrisis waren er grote veranderingen in het onderwijsaanbod en niet alle opleidingsinstellingen konden meteen voldoen aan alle de eisen (zoals toetsbaar zijn). Bovendien werden door de coronamaatregelen advocaten beperkt in hun mogelijkheden het verplicht aantal opleidingspunten te behalen. Voor de opleiders betekende het echter een extra terugval in het aantal aanmeldingen van nieuwe cursisten.
Er waren ook partijen die al bekend waren met digitaal onderwijs en juist groeiden tijdens de lockdown en de anderhalvemetersamenleving, zoals het in Utrecht gevestigde PO-Online. ‘Wij zagen bij de start van de pandemie een piek in het aantal aanvragen. De telefoon stond roodgloeiend,’ vertelt directeur Ellen Smit. ‘Wij konden meteen opschalen want thuisonderwijs is onze specialiteit; PO-Online biedt juridische cursussen alleen maar via e-learning aan. Het zijn online multimediale producten in abonnementsvorm, ontworpen om onafhankelijk van tijd en plaats on demand te volgen. We zijn het best te vergelijken met een Netflix-abonnement, waarbij je series volgt wanneer dat jou uitkomt.’
Nieuwe trends
Door de coronapandemie, de lockdowns, het thuisonderwijs en de anderhalvemetersamenleving veranderden de kennisvragen van advocaten. OSR juridische opleidingen bood in het begin als extra service online spreekuren aan. ‘Daarin praatten we deelnemers in een uurtje bij over wat COVID en de maatregelen daartegen betekenden voor een specifiek rechtsgebied,’ vertelt directeur Petra Jungjohann. ‘Denk aan het huurrecht bij bedrijfsruimtes of het arbeidsrecht en hoe om te gaan met zieke werknemers. Dat waren de eerste cursussen die we na de uitbraak van COVID online aanboden. Dit jaar zien we een toenemende belangstelling voor onderwijsrecht. Door corona werden verschillen in het onderwijs groter. Dat leidde tot meer juridische kwesties van bijvoorbeeld ouders die klachten indienden over het schooladvies van hun kinderen. Daar willen zowel bestuurders als advocaten op voorbereid zijn.’
Er werden ook andere trends geconstateerd, zoals de groeiende vraag naar incompanytrainingen. ‘Het is een opvallende stijging,’ stelt Jelle Berghuis, manager opleidingen bij Sdu Opleidingen in Den Haag. ‘Advocatenkantoren willen graag een cursus met een eigen sausje eroverheen alleen voor hun eigen werknemers. Dan kunnen deelnemende advocaten openlijk praten over de kantoorpolicy, zonder dat de concurrent meekijkt. We zien daarbij een toenemende behoefte aan maatwerk. Kantoren nemen ook steeds vaker een totaalpakket aan producten en diensten bij ons af, met bijvoorbeeld een supersnelle juridische zoekmachine, online databases, een digitale bibliotheek, of andere innovatieve oplossingen.’ Ook OSR juridische opleidingen in Utrecht ziet een enorme groei in incompanytrainingen, met name inhoudelijk en op het gebied van vaardigheidstrainingen. ‘Sociale zindelijkheid,’ noemt Emile Jansen van de Grotius Academie (Nijmegen) dit laatste, al biedt de opleider de training zelf niet aan.
Europees recht
De Grotius Academie merkt dat bij hun deelnemers veel belangstelling is voor Europees, financieel en contractenrecht. Opleidingsmanager Emile Jansen: ‘Het Europees recht wordt belangrijker en is sterk in ontwikkeling. Advocaten krijgen er meer en meer mee te maken. Hetzelfde geldt voor de digitalisering van de financiële markten. Crypto currency, crowd funding, sustainable finance (duurzame groei financieren) en internationaal privaatrecht (IPR) zijn enorm actueel en meteen ook grensoverschrijdend. Neem alleen al de vraag bij welke rechter je moet zijn bij een grensoverschrijdend geschil. Minder Europees, maar eveneens populair bij ons is gezondheidsrecht. Daar valt onder andere klachtrecht onder, aansprakelijkheid, patiëntenrechten, toezicht op zorgverleners en -bestuurders. Maar ook de privacy van patiëntgegevens.’
Evelien Zwart (VU Law Academy) ziet dat er behoefte is aan verdieping en specialisatie: ‘Onze leergang pensioenrecht, waarvan we een van de weinige aanbieders zijn, intellectueel eigendomsrecht en aanbestedingsrecht zijn erg populair. Die laatste niet alleen bij advocaten, maar ook bij inkopers. Zij zijn niet juridisch geschoold, maar krijgen wel te maken met specifieke regels in een ingewikkeld proces. Er wordt in Nederland steeds meer aanbesteed. Dit najaar starten we met een nieuwe leergang Klimaatverandering en Energietransitie. Daar zijn al veel aanmeldingen voor.’
Bij PO-Online zijn de podcasts over actuele juridische onderwerpen in opkomst. Directeur Ellen Smit: ‘Het zijn professionele geluidsopnames in de vorm van rondetafelgesprekken met meerdere specialisten. We leven in een roerige tijd en de maatschappelijke ontwikkelingen met allerlei juridische consequenties volgen elkaar in rap tempo op. Denk aan de coronapandemie, maar ook aan #MeToo (seksueel overschrijdend gedrag) of EncroChat, het digitaal versleutelen van berichten. Geen podcast, maar wel opvallend populair is onze cursus over de wijzigingen in de Wwft, de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. We zien een toenemende behoefte aan hyperspecialisatie in het eigen rechtsgebied.’
Kruisbestuivingen
Het onderwijs is door corona definitief veranderd: door de pandemie moesten opleidingsinstituten noodgedwongen technologische veranderingen doorvoeren. Ellen Smit van PO-Online: ‘Online nascholing is niet meer weg te denken uit het scholingsaanbod. Het besef groeit dat het flexibel is en dat het reistijd scheelt. Door het thuiswerken zijn cursisten in alle leeftijdsgroepen gewend geraakt aan online studeren. Gelukkig is na COVID de kwaliteitslat steeds hoger komen te liggen. Met een opgenomen presentatie in een provisorische studio of een tekst online zetten, kom je nu niet meer weg. Ik verwacht dat mobiel en online manieren van leren steeds meer zullen worden geaccepteerd en een vlucht zullen nemen.’
Bij de andere onderwijsinstellingen blijkt het gemis van onderwijs op locatie groot. Emile Jansen van de Grotius Academie: ‘Hoewel we natuurlijk blijven nadenken over kruisbestuivingen wordt online onderwijs door onze docenten en leerlingen minder gewaardeerd. Er mist toch een stukje interactie. Op de Grotius Academie draait het naast verdieping van kennis ook om netwerken: de eenpitter uit de provincie kan negen maanden samenwerken met advocaten uit de Zuidas. Er is de mogelijkheid om een keer bij de koffieautomaat een casus te bespreken. Daar zit voor mensen een meerwaarde. Gelukkig zijn we weer volledig overgegaan op fysiek onderwijs waarbij we ook online inzetten. Bijvoorbeeld kennisclips die cursisten in hun eigen tijd kunnen bekijken.’
Ontmoeten
Petra Jungjohann (OSR) merkt dat er een grote behoefte is om elkaar fysiek te treffen. ‘Corona heeft ons geleerd wat de kracht van ontmoeten is – al hebben we gemerkt dat zowel docenten als cursisten het een meerwaarde vinden als we de intake online doen. We bieden momenteel extra opleidingen op locatie aan en een borreltje ter afsluiting. We verwachten dat op termijn een goede mix zal ontstaan tussen klassikale lessen en e-learning. Gelukkig is iedereen de afgelopen twee jaar een stuk flexibeler geworden. Als er onverhoopt wat gebeurt, bijvoorbeeld een docent die positief is getest en niet naar de locatie kan komen, kunnen we snel schakelen en de cursusdag alsnog online geven.’
Dat constateert ook Evelien Zwart (VU Law Academy). ‘We maken onderscheid tussen leergangen die vele maanden duren, en kortdurende cursussen van maximaal een dag. Voor corona waren al onze leergangen fysiek en dat hebben we nu weer grotendeels opgepakt. De meeste docenten en deelnemers hebben bij langere trajecten de voorkeur voor fysieke interactie, zoals in groepjes met casuïstiek aan de slag gaan. Cursussen, de eenmalige bijeenkomsten van een paar uur, bieden we nu online en fysiek aan. We gaan zeker verder met digitaal onderwijs, maar het is voor ons geen doel op zich en we willen het vooral inzetten waar het meerwaarde heeft en aansluit op de behoefte. We kijken hoe het loopt. Vergeet niet dat COVID de deur nog niet uit is.’
Vies woord
Online onderwijs was (en is) een zucht, maar door corona eveneens een zegen. Want advocaten kunnen het onafhankelijk van tijd en plaats volgen wat minder reistijd betekent, meer flexibiliteit, gemak en tijdsbesparing. Het onderwijssysteem is hierdoor definitief veranderd. Jelle Berghuis van Sdu: ‘Online is niet langer een vies woord als het om educatie gaat. Waar het voor corona nog als een inferieur product werd gezien, heeft ieder inmiddels – zij het noodgedwongen – ervaren hoe het is om online educatie te volgen. Ik denk dat de meeste advocaten niet snel meer een uur heen en een uur terug zullen rijden voor een actualiteitencursusje van twee uur. Dergelijke lessen kun je prima online geven en is een vast onderdeel geworden bij de meeste onderwijsinstellingen.’
Toch zal de behoefte aan fysiek onderwijs blijven bestaan, zeker bij langere leergangen. ‘We moeten met elkaar zoeken naar de juiste mix van onderwijs,’ besluit Berghuis. ‘Wordt het 50-50 online en fysiek? Wordt het 40-60 procent? Of 70-30 procent? De vraag is waar de balans tot stilstand komt en wat het nieuwe normaal wordt. Ergens zal de gulden middenweg liggen. Het is nog een beetje een modewoord, maar ik ben ervan overtuigd dat blended learning, juist de combinatie van fysiek en online lesgeven, de toekomst heeft. De mogelijkheden zijn eindeloos en, niet onbelangrijk, online onderwijs opent de deuren naar nieuwe producten en verdienmodellen.’
Opleidingsinstituten
Voor dit artikel hebben we de volgende opleidingsinstituten gesproken:
- PO-Online (onderdeel van de E-WISE Group), opgericht in 1998, is naar eigen zeggen marktleider in online juridisch onderwijs. De opleider biedt op dit moment meer dan 90 online cursussen voor advocaten die jaarlijks door enkele duizenden advocaten worden gevolgd. Gevestigd in Utrecht.
- OSR juridische opleidingen (Utrecht) bestaat sinds 1981 en bedient jaarlijks 2.500 tot 3.000 cursisten met haar open aanbod en gemiddeld 2.000 incompany. Advocaten vormen met 60-70 procent de grootste doelgroep. OSR heeft een aanbod van 300 opleidingen waarvan ongeveer 100 incompany.
- De Grotius Academie (Nijmegen) is in 1985 opgericht door een aantal faculteiten der rechtsgeleerdheid van Nederlandse universiteiten. De Grotius Academie verzorgt 21 postacademische specialisatieopleidingen en daarbij behorende 20 vervolgopleidingen voor jaarlijks 1.400 cursisten. De helft daarvan is advocaat.
- Sdu Opleidingen in Den Haag is onderdeel van Sdu en de internationale Lefebvre Sarrut-groep. De opleidingentak is in 2008 voortgekomen uit de Vermande Studiedagen. Jaarlijks volgen er 8.000 professionals (waarvan 60 procent advocaat) een opleiding op het gebied van wet- en regelgeving. Het aanbod bestaat uit 500 cursussen.
- De VU Law Academy (Amsterdam) bestaat al ruim 25 jaar en is onderdeel van de juridische faculteit van de Vrije Universiteit Amsterdam en biedt rond de 100 cursussen (paar uur) en leergangen (paar maanden) aan. Het totaal aantal deelnemers is jaarlijks rond de 3.000 waarvan het overgrote gedeelte advocaat is.