Een zakenman maakte fortuin in verschillende bv’s, met onder andere een jachthaven. Toen hij ‘persoonlijk en zakelijk in zwaar weer’ raakte, was daar mr. X om zijn belangen te behartigen.
Mr. X bevestigde dat hij voorlopig een ‘spoedtarief’ van 350 euro zou rekenen en dat hij zoveel mogelijk maandelijks zou declareren en specificeren. Maar voorlopig had de cliënt geen geld.
Na enkele maanden werd mr. X op verzoek van de cliënt ook statutair directeur van twee van de bv’s. Mr. X zou aan elke bv 12 uur per week besteden tegen 5.000 euro per bv per maand. Voor zijn andere werk zou hij vast 30 uur per week declareren.
Jachthaven
Toen executie van de jachthaven dreigde, deed mr. X als bestuurder een poging de jachthaven onderhands te verkopen – een stap waarvan zijn cliënt niet van de op de hoogte was en waarover een geschil ontstond.
Ruim een jaar na de start declareerde mr. X in één keer achttien facturen. Er stond op hoeveel uren hij had gewerkt, maar niet wat hij had gedaan.
Uiteindelijk legde mr. X – op dat moment al geen advocaat meer – conservatoir beslag om zijn vorderingen te innen, die inclusief de bestuurderssalarissen bijna acht ton beliepen. Hij stelde ook dat hij een pandrecht had op onder andere de inboedel van de cliënt.
Contemplatie
De raad van discipline in Den Haag is het met de klagende cliënt eens dat mr. X helemaal niet voor de bv’s had mogen optreden. Er was een risico van tegenstrijdig belang, dat zich ook had gemanifesteerd.
De raad puzzelt zich ook een weg door de urenspecificaties. Een half jaar lang had mr. X, op enkele dagen na, zeven dagen per week vele uren voor de cliënt gewerkt. Mr. X had in bewaring gezeten en zelfs daar op een dag vijf uur besteed aan ‘contemplatie’ en 8,3 uur aan ‘revindicatie gestolen kunst’– terwijl hij tijdens die bewaring van de tuchtrechter geen advocatenwerk mocht doen. Op één dag had mr. X zelfs 33 uur gewerkt. En waarschijnlijk was dat dit alles nog exclusief de 24 uren per week voor de bv’s.
Wat mr. X in al die uren had gedaan bleef vaag: er lag geen advies, processtuk of wat dan ook.
Ongeloofwaardig
Het was allemaal ongeloofwaardig, onbetamelijk en onzorgvuldig. Mr. X had ook niet mogen volstaan met eenzijdige vastlegging van de afspraken over zijn bestuurderschap. En dat pandrecht dat mr. X beweerde te hebben tot zekerheid van de vordering op de cliënt? Zoiets mag alleen in bijzondere gevallen, na overleg met de deken.
Mr. X heeft de kernwaarden integriteit, onafhankelijkheid en partijdigheid geschonden. Hij wordt geschrapt, maar kan nog in beroep.