Lexence
Wie: 170 advocaten en notarissen.
Waar: Amsterdam.
Hoe: ‘Persoonlijk en to the point’.
Iedereen die weleens over de Amsterdamse Ringweg A10 rijdt, kent ‘de schoen’ of de ‘klapschaats’. Op het voormalige ING-kantoor prijkt nu het vernieuwde logo van Lexence, de advocaten die daar sinds vijf jaar hun werk doen. Zuidas-collega’s gniffelden toen ze het gebouw betrokken, had de grootheidswaan hen in de greep? Er sprak in ieder geval ambitie uit, die wordt onderstreept door het nieuwe logo en de positionering: ‘Ter zake’, wil het kantoor ermee zeggen. Dat gevoel zit ook in de strak geleide presentaties tijdens de krokettenlunch op de eerste maandag van de maand. Vrijwel alle collega’s zijn er, terwijl nieuwe collega’s worden voorgesteld en een succesvolle vastgoedzaak wordt belicht. De vorig jaar aangetreden managing partner Wendy de Ruiter geeft uitleg over de keuze voor een goed doel waar het kantoor aan gaat bijdragen.
Managing partner
Lexence heeft als enig groot kantoor een managing partner zonder achtergrond in de advocatuur. De Ruiter (48) maakte carrière in de financiële dienstverlening. ‘Wij werkten regelmatig met grote internationale advocatenkantoren en die vond ik vaak wat kil en afstandelijk. Maar dat is hier zo anders! Alle gesprekken die ik had met de partners waren echt leuk. Gedreven mensen, die eerlijk zeggen hoe het zit. Van klanten krijg ik altijd te horen dat onze adviezen praktisch toepasbaar zijn.’
De Ruiter had altijd een eigen winkel, zoals ze dat noemt, ook bij de grotere verzekeraars waar ze werkte. ‘Ik werk graag in een zakelijke omgeving, waar de tucht van de markt speelt, waar je moet knokken om klanten.’ Ze weet dus ook dat er naast de aandeelhouders andere belanghebbenden zijn, zoals klanten en medewerkers. ‘In een advocatenkantoor zitten die aandeelhouders niet op afstand, maar midden in de organisatie. Dat betekent dat zij enorm betrokken zijn bij de dagelijkse gang van zaken, maar dat ze dus geen blik van buiten inbrengen. En die helpt je om scherp te blijven.’ De Ruiter juicht het toe dat er gesproken wordt over een landelijk toezichthouder op de advocatuur en denkt na over een manier om toezicht bij Lexence te organiseren. ‘De stem van buiten kan ons nieuwe inzichten brengen.’
Als betrekkelijke buitenstaander vindt De Ruiter het verbazingwekkend dat er zo weinig vrouwen doordringen tot de topposities in de advocatuur. Ook bij Lexence is het aantal topvrouwen op de vingers van een hand te tellen. Als moeder van drie kinderen weet ze wat het is om met de vooroordelen over hardwerkende vrouwen om te gaan: ‘Ik heb altijd gezegd dat ik een leukere moeder ben dankzij een interessante baan. Vier maanden zwangerschapsverlof hoeven je carrière echt niet te ruïneren. En je bent in die maanden niet van de aardbodem verdwenen, hoor.’
Waardegestuurd contract
Zelf opleiden duurt lang, weet De Ruiter. Dus zoeken ze ook ‘lateral hires’, elders opgeleide advocaten. Zoals Esther van der Meulen (41), die sinds 2017 bij Lexence werkt. Van der Meulen is gespecialiseerd in collectief arbeidsrecht, zoals medezeggenschap en cao-onderhandelingen namens een werkgever, ze begeleidt reorganisaties en spart met directies en ondernemingsraden over governance. Naast haar advocatenbaan rondde ze ook de politieacademie af. Ze werkte bij de recherche, maar worstelde met de bureaucratie. En toch: ‘Ik heb veel geleerd bij de politie, je krijgt een beter beeld van de maatschappij, terwijl de advocatuur een bubbel is. Het heeft me relativeringsvermogen gebracht. Ik ben niet meer zo snel onder de indruk van dingen.’
Ook zij worstelt weleens met de work-lifebalance, zeker sinds ze moeder is. ‘Maar je moet niet verwachten dat je in drie of vier dagen per week de leukste baan met veel invloed kunt krijgen. Ik probeer te ervaren én te laten zien dat het beide kan: hard werken zodat je een vrijere, invloedrijke positie krijgt en oog houden voor andere belangrijke dingen in het leven.’
Die onafhankelijke rol heeft haar collega, vastgoedadvocaat Bas Martens (49) wel, zo klinkt door zijn verhaal heen. Hij is al sinds 1997 advocaat, maar hij vertelt alsof hij recent nog door het vak is gegrepen: ‘Ik vind het een voorrecht om het volste vertrouwen te krijgen van klanten bij problemen die ze zelf niet kunnen oplossen.’
Martens werkt onder andere met conscious contracts, ‘waardegestuurd’ contracteren. ‘Meestal beschrijf je in een contract de verplichtingen van de ander en wat er gebeurt als ze dat niet doen, met boetebedingen en wie wanneer aansprakelijk is. Als je waardegestuurd contracteert, zet je niet de angst voor aansprakelijkheid voorop, maar probeer je het onderlinge vertrouwen te beschrijven. Dat kan met een metafoor, zodat je ook als het even niet goed gaat, kunt teruggrijpen naar dat gevoel. Je beschrijft in zo’n contract het ‘kippenvelmoment’, wat brengt ze samen? Zo hebben we eens Theodore Roosevelts toespraak The man in the Arena in een contract gezet. Dat gaat over moed die je moet tonen om te innoveren, zonder de angst om kwetsbaar te zijn.’
Hij verwijst naar het eerste 3D-geprinte gebouw waar hij bij betrokken was. Niemand wist vooraf zeker of dat goed zou gaan. ‘Dan heb je liever dat de constructeur eerlijk zegt waar hij bang voor is tijdens de bouw.’ Martens beseft dat dit wellicht zweverig klinkt, is het kantoor daar niet te zakelijk voor? ‘Dit is heel commercieel, ik speel in op de ontwikkelingen in de markt en verplaats me in de behoefte van cliënten. Je moet altijd de “wow-factor” brengen, naast de ondernemer staan en samen met hem ondernemen.’ Dat zie ik als het Lexence-DNA.’
No-nonsens
Dat DNA van het kantoor is voor overnameadvocaat Thijs Verstraten (32) vooral: ‘Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. No-nonsens, direct, pragmatisch. Een cliënt heeft een probleem, ik stel twee vragen en geef een antwoord. Maar als ik het niet direct weet, zeg ik dat ook eerlijk en ga ik het uitzoeken. Onze cliënten hebben vrij weinig met de juridische inhoud van ons vak. In overnametrajecten ben je maanden bezig, het grootste deel van het werk gebeurt op de achtergrond en daar wil je je cliënt ook niet mee lastigvallen. Maar je moet ze intussen wel meenemen in het proces.’ Verstraten is nog geen partner, al is zijn ambitie wel duidelijk. ‘Dit kantoor is niet groot geworden door mensen die afwachten.’