In opdracht van de dekens onderzocht de unit Financieel Toezicht Advocatuur (FTA) de financiële boekhouding van 45 strafrechtkantoren, verdeeld over de elf arrondissementen. Daarbij werd zowel gekeken naar contante betalingen als het overig betalingsverkeer, in de jaren 2018 tot en met 2020.
Voornaamste conclusie is dat de hoofdregel, die voorschrijft dat contante betaling alleen is toegestaan onder zeer uitzonderlijke omstandigheden, in veel gevallen niet correct werd nageleefd. Contante betaling is volgens de huidige jurisprudentie slechts in bepaalde gevallen toegestaan, bij voorbeeld als een cliënt geen bankrekening in Nederland heeft of als er beslag is gelegd op diens bankrekeningen.
Volgens het onderzoek werd het begrip ‘zeer uitzonderlijke omstandigheden’ te ruim uitgelegd en bleken advocaten überhaupt niet bekend met uitspraken van de tuchtrechter over deze uitzondering.
De Voda schrijft voor dat advocaten bovendien overleggen met de deken voordat ze contante betalingen van € 5.000 euro of meer accepteren. Die regel is ‘in een groot aantal gevallen’ niet nageleefd.
Witwassen
Advocaten die zich te gemakkelijk contant laten betalen lopen het risico zich schuldig te maken aan schuldwitwassen of schuldheling. Tot dusver bleef dat zonder gevolgen. Zo liet het OM onlangs weten in het belang van een goede rechtsbedeling meestal een oogje dicht te knijpen.
Volgens de Amsterdamse deken Evert Jan Henrichs wordt evenmin tuchtrechtelijke actie ondernomen tegen de strafrechtadvocaten die onderwerp waren van het onderzoek door de FTA. Het ging er niet om overtreders op te sporen, maar om inzicht te krijgen in de praktische gang van zaken, stelt hij. Henrichs wijst er verder op dat het onderzoek zelf al het nodige positieve effect heeft gehad. ‘Veel kantoren zijn tot het besef gekomen dat ze de regels voortaan wel dienen te volgen. Een aantal heeft zelfs besloten helemaal geen contant geld meer te accepteren.’
Henrichs laat wel weten dat de dekens strenger gaan toezien op naleving van de regels rondom contante betalingen. Onder meer via kantoorbezoeken en onderzoeken op basis van signalen. Daarnaast dringen ze er bij de NOvA op aan de Voda aan te passen, zodat de grens van vijfduizend euro wordt verlaagd naar duizend euro. Minister Weerwind (Rechtsbescherming) heeft al gezegd daar voorstander van te zijn.
Uit het onderzoek is verder gebleken dat de advocatennota regelmatig wordt betaald door anderen dan de cliënt. De dekens wijzen erop dat betaling door een derde weliswaar is toegestaan, maar dat de advocaat dan wel verplicht is onderzoek te doen naar de (zakelijke) rechtvaardiging daarvan.
Wettig betaalmiddel
De Amsterdamse advocaat Peter Plasman hekelt de huidige regelgeving. ‘Ik vind het absurd dat je kleine bedragen niet contant kan laten betalen. Ook giraal komen er gekke constructies voor die je niet kunt controleren. Ik snap werkelijk het probleem niet. De cliënt begrijpt ook niet waarom ze niet met contant geld, een wettig betaalmiddel, kunnen betalen.’
Plasman zegt sinds een paar maanden geen contante betaling meer aan te nemen. ‘De deken vroeg mij te stoppen met het aannemen van contant geld. Er zou gehandhaafd gaan worden, dus sindsdien neem ik geen contanten meer aan. Zo is het bij veel advocatenkantoren gegaan.’
De advocaat pleit er voor dat kleine bedragen gewoon contant afgerekend moeten kunnen worden, zonder overleg met de deken. ‘Een grens van 1000 euro is wat mij betreft veel te laag. Het zou ergens tussen de 1000 en 5000 euro in moeten liggen.’
Eigen bijdrage
Bernard Sprenger van Spong advocaten kan zich wel vinden in striktere naleving door de dekens. ‘Ik vind het goed dat er nu gehandhaafd gaat worden, want ik weet dat de ene strafrechtadvocaat de regels minder nauw neemt dan de ander. Ik neem zelf alleen de eigen bijdrage contant aan, omdat ik weet dat ik er anders naar kan fluiten. Ook ben ik voorstander van het verlagen van de grens van overleg naar 1000 euro. Aan cash geld zit nu eenmaal vaker een luchtje dan aan giraal geld.’
Ook Abdel Ytsma van Bureau TBS Advocaten onderschrijft de strengere aanpak: ‘Ik had geen idee dat nog zoveel advocaten contant geld aannemen. Wij doen het in ieder geval niet. Ook de eigen bijdrage komt bij ons giraal binnen. De regels zijn wat ons betreft duidelijk. Ik zeg tegen mijn cliënten: je regelt het maar dat het giraal binnenkomt, via een tante, neef schoonzus. Zo zit ons bureau in de wedstrijd. Het is goed dat er gehandhaafd gaat worden.’
Mensenrecht
Waarnemend voorzitter Geertjan van Oosten van de NVSA relativeert de kwestie en spreekt van een storm in een glas oud water. ‘Dit onderzoek ziet op een periode waarin nog niet iedereen binnen de balie doordrongen was van het feit dat iedere acceptatie van contant geld een goede reden vergde, ook bedragen tot vijfduizend euro. De regelgeving is nu beter doorgedrongen. Dat zien dekens gelukkig ook en dat is prima.’
Van Oosten wijst erop dat het soms gewoon nodig is om contant geld aan te nemen. ‘Je hebt nu eenmaal mensen die een advocaat nodig hebben en die daar alleen contant voor kunnen betalen. Het is een mensenrecht dat zij een advocaat kunnen inschakelen. Er is al heel lang sprake van een zeker spanningsveld tussen dit recht en het risico op betrokkenheid bij bijvoorbeeld witwassen. Dat geldt trouwens niet alleen voor contant geld maar ook voor girale betalingen. Daar is gelukkig altijd genuanceerd naar gekeken, ook binnen het openbaar ministerie. Als jij als advocaat een redelijk uurtarief in rekening brengt en niet bovenmatig declareert, maak je je niet kwetsbaar ten opzichte van je cliënt en ben je gevrijwaard van vervolging of tuchtklachten.’
Verlaging van de limiet naar duizend euro vindt in zijn ogen geen genade. ‘Feitelijk schaf je het dan helemaal af. Dan kun je net zo goed bepalen dat je voor ieder contant bedrag langs de deken moet en ik vraag mij af of die daar werkelijk op zit te wachten.’
Naleving regels
De NOvA laat in een reactie weten niet bekend te zijn met de inhoud van het onderzoeksrapport zelf. ‘Dat is niet openbaar gemaakt. Op grond van hetgeen wel naar buiten is gebracht lijkt een probleem te bestaan rond a) de bekendheid met de toepasselijke regel en b) (het toezicht op) de naleving van die regel. De NOvA zal de mogelijkheden benutten om meer bekendheid te geven aan de huidige regel en gaat ervan uit dat de dekens in de toekomst zullen toezien op de naleving ervan.’