Mr. X stuurde zijn cliënt een email: ‘bijgaand ontvangt u van mij de voorschotnota ter hoogte van 6 uren ad Eur. 140 (exclusief btw) per uur, zoals afgesproken.’ Op de nota zelf schreef hij slechts ‘nota’, dus niks ‘voorschot’. Als je kwade trouw vermoedt, kun je denken: daarmee kan je dus later twee kanten op. De cliënt betaalde.
Toen de zaak was afgerond, had mr. X er slechts vijf uur en tien minuten aan besteed. Hij sloot het dossier. Een eindafrekening stuurde hij niet.
Urenstaatje
Een andere advocaat van de cliënt vroeg mr. X vier jaar later om een urenstaatje, dat hij nodig had om een schadeclaim van de cliënt op een derde te onderbouwen.
Na twee rappellen stuurde mr. X zijn collega het gevraagde staatje. En hij betaalde de cliënt, via de derdenrekening van de andere advocaat, ruim € 427 terug, deels voor de 50 teveel betaalde minuten en deels voor eigen bijdragen die blijkbaar ook nog moesten worden terugbetaald.
Vertrouwen
De cliënt stapte naar de tuchtrechter. Het was niet de eerste keer dat mr. X daar terecht kwam. Waar de eerdere zaken over gingen, blijkt niet uit de uitspraak. Maar duidelijk is dat ze het vertrouwen in mr. X bij de raad van discipline in Den Bosch flink hadden beschadigd.
De raad overweegt dat als een advocaat ervoor kiest om een voorschot te vragen, er ook een eindafrekening moet volgen – en zeker als het voorschot hoger is dan wat de cliënt uiteindelijk verschuldigd is. Temeer als je door eerdere tuchtzaken een gewaarschuwd man bent. Van zo iemand mag je extra zorgvuldigheid vragen, zegt de tuchtrechter.
Dat mr. X stelde dat hij was vergeten een eindafrekening te sturen en er dus geen sprake was van kwade wil, maakte het niet anders: mr. X had onzorgvuldig gehandeld en in strijd met de zorg die hij zijn cliënt verschuldigd was.
Hardleers
Je zou niet direct verwachten dat dit een voorwaardelijke schorsing oplevert, maar de Bossche raad van discipline kiest daar wel voor. ‘Gelet op het tuchtrechtelijk verleden van verweerder heeft de raad moeite om te geloven dat het hier om een vergissing gaat. En mocht daarvan daadwerkelijk sprake zijn geweest, dan is de conclusie onvermijdelijk dat verweerder wel bijzonder hardleers is.’
Mr. X beloofde ter zitting beterschap, maar krijgt als stok achter de deur toch twee weken voorwaardelijk. Het verhaal is nog niet uit: mr. X gaat in appel.