In antwoord op Kamervragen van VVD-er Ellian zegt de minister in gesprek te zijn met het OM en andere betrokken partijen om gegevens van geheimhouders uit strafdossiers te weren. Volgens Weerwind is er geen enkele reden of noodzaak om (afgeschermde) privéadressen van advocaten, of andere geheimhouders, in het strafdossier op te nemen. Dat geldt overigens niet alleen voor het privéadres van geheimhouders, maar ook voor zogenoemde verkeers- en locatiegegevens (meta-gegevens) die betrekking hebben op een ‘geheimhoudergesprek’ (bijvoorbeeld een gesprek met een advocaat), aldus de minister.
Gegevens van advocaten kunnen in strafdossiers belanden wanneer justitie telefoongesprekken afluistert. Als uit het systeem van nummerherkenning blijkt dat er een advocaat aan de lijn is, wordt de opname onmiddellijk stopgezet. De gegevens van de advocaat worden echter wel bewaard. Weerwind zegt het ‘niet noodzakelijk en bovendien onwenselijk, om alle verkeers- en locatiegegevens, alsmede de gebruikersgegevens van een geheimhouder, waaronder het (privé-)adres, in het dossier te vermelden’.
Weerwind schrijft verder dat de betrokken partijen, waaronder het OM, de politie en het Centraal informatiepunt onderzoek telecommunicatie (CIOT) onderzoeken in overleg met de advocatuur op welke wijze het opnemen van privé-gegevens van advocaten in de processtukken kan worden voorkomen. Hij vertrouwt erop dat dit tot een goede oplossing leidt.
De NOvA adviseert advocaten om mobiele telefoonabonnementen op het kantooradres te registreren, zodat woongegevens sowieso niet naar buiten kunnen komen.