Hij oogt ontspannen, Hejaaz Hizbullah. Tijdens het video-interview zit de Sri Lankaanse mensenrechtenadvocaat thuis, in een makkelijke stoel. Zijn dochtertje van twee kruipt halverwege bij hem op schoot. Toen zij werd geboren, zat Hizbullah in een politiecel. ‘Een week later mocht ik haar vijf minuten zien.’ Hizbullah zat 21 maanden in voorarrest, op basis van een anti-terrorismewet. Nu is hij op borgtocht vrij.
VIJANDIG KLIMAAT
Hizbullah had een commerciële en onroerendgoedpraktijk, maar het vijandige klimaat jegens minderheden in het grotendeels boeddhistische land trok hem een andere kant op. ‘De overheid leek er niets aan te doen. Daarom begon ik in 2012 een rechtshulpgroep voor moslimslachtoffers van haat en geweld.’ Vervolgens kwamen in 2019 de islamitische zelfmoordaanslagen, met vele doden en gewonden tot gevolg. ‘Vanaf dat moment kon je met een moslim doen wat je wilde, niemand kon het iets schelen,’ vertelt Hizbullah. ‘Ik sprak me daarover uit. Als advocaat kwam ik op tegen het hoofddoekverbod in bepaalde scholen. Tijdens corona bestreed ik een wet die, zonder medische noodzaak, crematie van coronadoden verplicht stelde.’
DOELWIT
Een zaak tegen verkiezingsfraude maakte Hizbullah bij de machthebbers niet populair. ‘Ik kreeg signalen: je bent een doelwit. Maar ik had niets verkeerd gedaan en dacht niet dat ze zo fout en dom zouden zijn om me te arresteren.’
Helaas – op 14 april 2020 belden mensen die zeiden van volksgezondheid te zijn: of ze even langs mochten komen. ‘Ik dacht dat het te maken had met corona. Maar ze bleken mij te linken aan de aanslagen in 2019. Ik vertelde dat ik twee van de terroristen had gekend, omdat ik hun families had bijgestaan in onroerendgoedzaken – verder niets. Ik moest de volgende dag een verklaring komen afleggen.’
Toen Hizbullah dat deed, werd hij gearresteerd. ‘Pas na tien maanden kreeg ik een rechter te zien. Onder de anti-terrorismewet konden ze iemand anderhalf jaar vasthouden zonder aanklacht, inmiddels is dat teruggebracht tot een jaar.’
Het was, zegt Hizbullah, een bizarre tijd. ‘Ik wist niet waarom ik vastzat. Als ik een verklaring aflegde, bedachten ze daar een verhaal omheen. Anders dan veel anderen kreeg ik niet te maken met verbaal of fysiek geweld, maar ik zat veel alleen in een cel. Er gingen weken voorbij dat ik de zon niet zag. Het eten was slecht. Na tien maanden ging ik naar een gevangenis waar de omstandigheden beter waren.’
LEUGENS
Wat hield hem op de been? ‘In de eerste plaats de gedachte dat ik onschuldig was. Ze zeiden: je leven is voorbij, de rechter zal je opsluiten, maar ik bleef zeggen: nee, niet iedereen zal jullie leugens geloven. Het tweede was dat er publiekelijk over me werd gesproken, in het parlement, bij een UNHCR-sessie in Genève, door ngo’s. De boodschap die ik mee wil geven: blijf iemands naam noemen en hou zijn verhaal in leven, dat geeft zoveel kracht. Ze kunnen je tijdens het hele proces vasthouden, dat kan vijftien jaar duren. Maar dankzij de internationale druk ben ik op borgtocht vrijgekomen.’
Er ligt intussen een aanklacht: Hizbullah zou in 2018 op een school hebben gezegd dat moslims katholieken moesten aanvallen. ‘Ik ben niet eens op die school geweest en de getuige die zij opvoeren, heeft ook helemaal niet gezegd wat zij beweren. Het is een zaak van niks, een verstandige officier zou hem intrekken. Maar dat doen ze niet en dat verontrust mij.’
Wat is er mis in Sri Lanka, dat zoiets kan gebeuren? ‘Het gaat om macht. Door moslims als bedreiging, als terroristen te framen, kunnen ze zeggen: stem op mij, ik zal ze verslaan. Ik gebruik mijn strafzaak om mensen daarvoor de ogen te openen.’
Na dit interview, op 24 augustus, zou er weer een zitting zijn in Hizbullahs zaak. Maar die werd uitgesteld: het Openbaar Ministerie was er niet klaar voor. Hizbulla schrijft: ‘Nu ik op borgtocht vrij ben, raakt het mij niet heel erg. Maar zulke vertragingen zijn een verschrikkelijke klap voor verdachten die vastzitten en hun families.’