Met de brief van de minister voor Rechtsbescherming komt er een voorlopig einde aan de onzekerheid over de toekomstige rol van de lokale deken. Eerder was al wel duidelijk geworden dat het ministerie aanstuurde op de oprichting van de LTA. Omdat onder meer de lokale dekens zich stevig verzetten, was het wachten op het formele standpunt van de minister.
Dat standpunt is nu neergelegd in een Kamerbrief, waarover de Tweede Kamer op 6 oktober vergadert.
Toezicht en klachtbehandeling is in de ogen van het ministerie niet hetzelfde, zo blijkt uit de ambtelijke nota die samen met de brief van Weerwind naar Kamer is gestuurd. ‘Toezicht is voornamelijk preventief van karakter. Toezicht kan worden uitgeoefend zonder dat is gebleken van een overtreding. Klachtbehandeling is reactief van karakter waarbij het gaat om een geschil tussen de advocaat en een derde.’
Afgebakende rollen
Volgens de ambtelijke notitie is het van belang een duidelijke scheiding aan te brengen tussen de beide taken. ‘Uitgangspunt bij de versterking van het toezicht op de advocatuur is dat het toekomstige stelsel een stelsel wordt waarbinnen alle actoren opereren met eenduidige, duidelijk afgebakende taken, rollen en bevoegdheden en waarbij rollen niet met elkaar mogen conflicteren. Vanuit dat uitgangspunt past het niet
om toezicht en klachtbehandeling te beleggen bij dezelfde persoon of organisatie.’
Dit betekent dat de lokaal deken nog wel klachten blijft behandelen overeenkomstig
artikel 46c van de Advocatenwet, maar het toezicht niet meer uitoefent, concludeert Weerwind. Die taak komt volledig te liggen bij de LTA.
De LTA wordt verantwoordelijk voor het toezicht op alle in Nederland ingeschreven advocaten. De LTA wordt een onafhankelijk orgaan van de NOvA dat bestaat uit drie advocaten die daarvoor worden vrijgesteld.
Om te garanderen dat het toezicht ook op lokaal niveau goed verloopt, wijst de LTA per arrondissement een lokale toezichthouder aan. De minister voegt daar onmiddellijk aan toe dat dat niet betekent dat er automatisch elf lokale toezichthouders komen, dat kunnen er ook minder zijn. De lokaal toezichthouder kan, net als de overige toezichthouders, ook advocaat zijn. Het is aan de LTA dat te bepalen.
Het huidige College van Toezicht, dat toeziet op het functioneren van de lokale dekens, is niet meer nodig, meent Weerwind. Een ‘blik van buiten’ vindt hij nog wel gewenst, om te voorkomen dat het toezicht zich teveel naar binnen richt. De ‘blik van buiten’ bestaat uit drie leden die geen van allen advocaat zijn. Een naam voor het drietal heeft Weerwind nog niet.
Wantrouwen
Uit de ambtelijke notitie blijkt ook dat het ministerie zich zorgen maakt over het wantrouwen tussen de verschillende gremia in de advocatuur. Dat wordt gezien als een risico voor de uiteindelijke invoering van het gekozen toezichtmodel.
Niettemin zien de ambtenaren ook lichtpuntjes. Half september zijn vertegenwoordigers van de AR, het CvT, de lokale dekens en het college van afgevaardigden (CvA) door het departement in een gezamenlijk overleg geïnformeerd over de oprichting van de LTA. ‘Onze afdronk van het gesprek is positief. Het overleg lijkt door verschillende vertegenwoordigers als positief te worden ervaren, omdat er duidelijkheid komt over de versterking van het toezicht op de advocatuur. Er lijkt een gezamenlijk gevoel van urgentie te ontstaan en door verschillende vertegenwoordigers is benadrukt dat er een duidelijke opdracht ligt bij de advocatuur om het gekozen model gezamenlijk tot een succes te maken.’