De tarieven voor toevoegingen worden in de toekomst meer in lijn gebracht met de tarieven in de commerciële advocatuur. Dat schrijft minister Weerwind (Rechtsbescherming) in antwoord op Kamervragen van SP’er Michiel van Nispen.
Een recent rapport van de Raad voor Rechtsbijstand concludeert dat verhoging van de vergoedingen de beste remedie is om een tekorten aan sociaal advocaten tegen te gaan. Van Nispen wilde van Weerwind weten of hij die conclusie deelt.
Dat blijkt niet helemaal het geval. Geld is niet de enige drijfveer, meent Weerwind. ‘Er kunnen ook andere redenen zijn waarom mensen wel of niet voor een bepaald beroep kiezen.’
Niettemin zegt hij wel oog te hebben voor het verschil tussen commerciële tarieven en de vergoedingen voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Die leiden er mede toe dat jonge juristen minder snel voor de sociale advocatuur kiezen. Het ministerie wil de tarieven voor toevoegingen niet verder achterop laten raken, blijkt uit het antwoord van Weerwind. ‘In het Programma Stelselvernieuwing Rechtsbijstand wordt op dit moment een herijkingsproces ontwikkeld, waardoor deze vergoedingen in de toekomst bij de tijd zullen blijven.’
In een debat met de Tweede Kamer temperde Weerwind woensdag al te hoge verwachtingen. ‘Ik zie de verschillen tussen commerciële en sociale tarieven, maar ik kan daar verder geen invloed op uitoefenen.’ De minister beloofde de Kamer woensdag op korte termijn meer uitleg te geven over de sociale tarieven.
Per 1 januari 2022 zijn de vergoedingen voor de sociale advocatuur al verbeterd. In het coalitieakkoord heeft het kabinet daarvoor structureel extra geld uitgetrokken.