Mr. X trad op voor een vennoot in een vof, die in de clinch lag met een medevennoot. In kort geding vorderde mr. X een straatverbod en afgifte door de wederpartij van de kantoorsleutel. De voorzieningenrechter wees de vordering toe. De sleutel moest binnen zeven dagen na betekening van het vonnis worden afgegegeven aan mr. X, althans bij de balie van zijn kantoor.
De wederpartij schreef mr. X zes dagen na het vonnis dat hij het niet op tijd zou redden om naar het kantoor van mr. X te gaan, hij zou de sleutel wel bij mr. X thuis komen afgeven.
Groningen
Mr. X antwoordde de man dat hij zich die reis kon besparen. Mijn kantoor staat in Groningen, schreef mr. X, en er is nog genoeg tijd de sleutel daar af te geven, want het vonnis is nog niet betekend.
Toch verscheen de wederpartij op een vrijdagavond bij mr. X aan de deur. Hij eiste antwoorden op eerder per mail gestelde vragen en toen hij die niet (volledig) kreeg, ontstond er een woordenwisseling. De zoon van mr. X kwam erbij. Uiteindelijk beantwoordde mr. X een deel van de vragen.
Maar toen de wederpartij er met sleutel én ontvangstbevestiging vandoor probeerde te gaan, begon mr. X te schreeuwen en duwde hij, zo verklaarde hij zelf, de man tegen de schutting. Volgens de wederpartij had mr. X hem mishandeld. De wederpartij stapt naar de tuchtrechter.
Privéadres
De voorzitter van de raad van discipline Arnhem-Leeuwarden overweegt dat mr. X nooit zijn privéadres aan klager had gegeven en zich er ook uitdrukkelijk tegen had verzet dat klager langs zou komen. Er was voor klager geen enkele noodzaak om de sleutels op het privéadres van mr. X af te geven. Zoiets is ook hoogst ongebruikelijk. Mr. X had zijn deur alleen maar voor klager geopend om verdere escalatie te voorkomen.
Dat verweerder zich er niet bij wilde neerleggen dat de wederpartij de ontvangstbevestiging zou meenemen zonder de sleutel in te leveren, was begrijpelijk, en dat mr. X daarbij ‘buitenproportioneel fysiek geweld jegens klager heeft gebruikt’ viel op basis van het klachtdossier niet vast te stellen. Ook hoefde mr. X niet op de vragen antwoord te geven. Mr. X had niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.
Ongegrond
De voorzitter van de raad verklaarde de klacht kennelijk ongegrond, en klager is niet in verzet gegaan.
Laten we hopen dat de tuchtrechter gelijk heeft dat zo’n ‘huisbezoekje’ hoogst ongebruikelijk is, en dat dat zo blijft.