‘Cliënten zeggen vaak: “U heeft dat als advocaat waarschijnlijk allemaal al meegemaakt.” U moest eens weten, denk ik dan. Ik ben pas sinds een jaar werkzaam in de advocatuur en volg de beroepsopleiding met twintigers en dertigers. Best bijzonder misschien, maar ik denk dat het goed is om in je leven nieuwe dingen te proberen.
Toen de NCRV me in 2020 vroeg of ik een documentaire wilde maken over “iets activistisch” moest ik aan de sociaal advocatuur denken. Ik had tien jaar daarvoor mijn master Nederlands recht gehaald en had al eerder bij diverse sociaal advocatuur-kantoren aangeklopt of ik bij hen in opleiding kon. “We verdienen als sociaal kantoor te weinig om advocaat-stagiairs in dienst te kunnen nemen,” was het standaardantwoord. Ik had geen haast. Ik ben in 1991 afgestudeerd aan de filmacademie en maak al mijn hele werkende leven documentaires. Mijn studie rechten was als een soort van hobby ontstaan. Uit nieuwsgierigheid. En ik had er ook behoefte aan om naast mijn werk als documentairemaakster iets te doen dat mijn hersenen meer, of in ieder geval anders, deed kraken. Vroeger trok rechten me niet. Mijn medescholieren die rechten gingen studeren, leken daarvoor geen duidelijke motivatie te hebben. Maar door vriendinnen die op latere leeftijd rechten waren gaan studeren en daar nu interessante, zinnige dingen mee deden ging ik er anders tegen aankijken. Ik ging deeltijd studeren, eerst dus alleen uit interesse, maar toen ik eenmaal bezig was raakte ik gegrepen. In 2010 studeerde ik uiteindelijk af, in strafrecht.’