Weer wantrouwen, weer vertraging, weer extra werk voor de toch al overbelaste rechtspraak. Ook in het tuchtrecht komen wrakingen regelmatig voor. Het opmerkelijke is dat het regelmatig klagers zijn die wraken. Je zou denken dat ze graag snel een beslissing op hun klacht willen, maar daar lijkt het soms helemaal niet meer om te gaan.
Misschien ligt het ook een beetje aan het woord wraken. Als je je tekortgedaan voelt, als je denkt dat er een groot complot tegen jou is – of die gedachte bij anderen graag voedt – dan klinkt ‘wraken’ wel als helemaal jouw ding. Het klinkt een beetje als wraak nemen. Wreken en wraken zijn echter verschillende zaken.
Maar wrakingen dienen serieus genomen te worden en rechters moeten natuurlijk altijd alle stapjes weer netjes afvinken. En zo kon het dat een wraking in een tuchtzaak zelfs in hoger beroep werd behandeld door het Hof van Discipline. De wrakers hadden in die zaak bij de raad van discipline Arnhem-Leeuwarden de voorzitter gewraakt, maar bij de behandelende wrakingskamer in Den Bosch nul op het rekest gekregen.
Hoger beroep van een wrakingsbeslissing? Dat kan toch helemaal niet, gezien de artikelen 47 lid 2 Advocatenwet en 515 lid 5 Strafvordering? Inderdaad, tenzij de wrakingrechter in eerste instantie de regels met betrekking tot wraking ten onrechte niet heeft toegepast, buiten het toepassingsgebied ervan is getreden, of als niet van een eerlijke en onpartijdige behandeling van het wrakingsverzoek kan worden gesproken door de schending van een fundamenteel rechtsbeginsel.
Van dat laatste was volgens het hof in dit geval sprake. De wrakingskamer had de zaak schriftelijk afgedaan zonder dat de wrakers de reactie van de gewraakte rechter op het wrakingsverzoek in kopie hadden ontvangen en daarop hadden kunnen reageren. Schending van het beginsel van hoor en wederhoor dus.
Het Hof van Discipline verklaart het hoger beroep daarom ontvankelijk en vervolgens het wrakingsverzoek alsnog ongegrond. En omdat deze wrakers veelvuldig wraakten en ook ‘gebruiken voor een ander doel dan waarvoor het is gegeven’, bepaalt het hof dat een volgend vergelijkbaar verzoek niet in behandeling hoeft te worden genomen.
Wraken moet je alleen doen als je serieus redenen hebt om aan de objectiviteit van de rechter te twijfelen. Misschien moeten we er een andere, saaiere naam aan geven, die de wraaklust niet prikkelt. Verzoek beoordeling onpartijdigheid? Iemand een beter idee?