Het arrest handelt over een geschil tussen een Litouwse advocaat en zijn cliënt over de kosten van een echtscheidingszaak in 2018 en 2019. Vooraf waren partijen een uurtarief van 100 euro overeengekomen. De uiteindelijke rekening van bijna 13 mille schoot de cliënt in het verkeerde keelgat. De Litouwse burgerrechter meende ook dat er sprake was van een oneerlijk contract en halveerde het verschuldigde bedrag.

Prejudiciële vragen
Vooraleer uitspraak te doen in hoger beroep stelde de hoogste Litouwse rechter prejudiciële vragen aan het Europese Hof over de uitleg die moet worden gegeven aan Unierechtelijke bepalingen ter bescherming van consumenten tegen oneerlijke contractuele bedingen.

In zijn uitspraak van 12 januari zegt het Hof onomwonden dat een consument ook in geval van juridische dienstverlening in staat moet worden gesteld op basis van volledige informatie tot een overeenkomst te besluiten. Een overeenkomst louter gebaseerd op uurtarief voldoet niet aan de vereiste van het Unierecht dat bedingen duidelijk en begrijpelijk moeten zijn.

Een overeenkomst dient aanwijzingen te bevatten die de consument in staat stellen bij benadering de totale kosten van die diensten te ramen, aldus de Europese rechter. Zo zou de advocaat een raming kunnen geven van het voorzienbare of minimale aantal uren dat nodig is, of tussentijdse facturen te bezorgen waarin het aantal uren wordt vermeld.

Oneerlijk
Het Hof wijst er op dat het de lidstaten vrijstaat om overeenkomstig het Unierecht een hoger niveau van consumentenbescherming te verzekeren. Zo zou in nationale regelgeving kunnen worden vastgelegd dat de kosten op basis van uurtarief niet genoeg inzicht bieden en daarom oneerlijk zijn. In dat geval kan een nationale rechter een overeenkomst nietig verklaren, zelfs als dat betekent dat een advocaat in het geheel geen vergoeding voor zijn diensten ontvangt.

Advertentie