De aanval op de advocaat vond plaats op 26 september 2017 in Zoetermeer. Het slachtoffer werd door een onbekend gebleven man in de spreekkamer van haar kantoor met een stanleymes in haar hoofd gesneden. De verdachte was samen met medeverdachten betrokken bij deze aanval.
Het hof achtte in maart 2021 poging tot moord op de Zoetermeerse advocaat bewezen. De Hoge Raad heeft dit arrest van het hof in juli 2022 gedeeltelijk vernietigd en de zaak teruggewezen naar het hof. De Hoge Raad oordeelde dat bij de verdachte geen sprake was van (voorwaardelijk) opzet op de dood. ‘Uit de door het hof vastgestelde feiten blijkt wel dat de verdachte contacten had met de anderen die bij de aanval betrokken waren, maar de Hoge Raad is van oordeel dat hieruit niet volgt dat ook de verdachte zelf (voorwaardelijk) opzet had op de dood van de advocaat.’
Bij de nieuwe behandeling door het hof werd poging tot moord niet bewezen geacht wegens gebrek aan bewijs. Daarom valt de straf nu lager uit. Wel vindt het hof dat zware mishandeling met voorbedachten rade is bewezen. Volgens het hof heeft de onbekende dader de aanslag gepleegd in opdracht van de verdachte.
Getekend voor het leven
‘De verdachte en zijn mededaders zijn op 26 september 2017 op pad gegaan om het slachtoffer te verminken,’ stelt het hof. ‘Er is van tevoren een plan gemaakt waarbij zaken als het vervoer en het maken van een fake-afspraak met de advocaat zijn geregeld. Ook zijn speciaal voor deze aanval telefoonnummers geregeld. De verdachte heeft het vervoer van Amsterdam naar Zoetermeer geregeld. De advocaat is door de steker in haar eigen kantoor met een mes gestoken/gesneden. Het feit wijst op een ontbreken van elk respect voor de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer.’
Volgens het hof is het slachtoffer door de aanval letterlijk voor het leven getekend. ‘Zij heeft meerdere littekens overgehouden aan de aanval, waarvan de meest prominente vanaf haar oor tot het midden van haar wang. Zij wordt dagelijks met deze gruwelijke aanval geconfronteerd als zij in de spiegel kijkt. Zij heeft haar carrière als advocaat ten gevolge van deze aanval moeten beëindigen.’
Wat haar volgens het hof met name raakt is het feit dat er geen oog voor haar was als een persoon, met een naam. ‘Zij had haar deur altijd open staan voor mensen die haar hulp nodig hadden en weet niet wie er achter de aanval zit en wat het motief was. Dit zorgt nog steeds voor gevoelens van angst.’ Het hof rekent het de verdachte zwaar aan dat hij tot de dag van vandaag geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen en voor de gevolgen daarvan.
Lees hier de volledige uitspraak van het hof.