‘U wilt zich terugtrekken. Dat vind ik jammer, en naar mijn idee is er ook geen vertrouwensbreuk (ik ben immers altijd eerlijk geweest).’ Zo reageerde de cliënt op de mededeling van zijn advocaat dat zij er de brui aan zou geven.
De cliënt vervolgde: ‘Hooguit vindt u mijn manier van doen misschien niet prettig, maar ik had al in het eerste gesprek gezegd dat ik vrij directief ben in het aansturen van mijn advocaten.’
Spermadonor
Directief wás de cliënt, die zich als spermadonor verweerde tegen een omgangseis. Hij wilde dat mr. X uitstel vroeg van een zitting, ook al achtte zij dat vrijwel kansloos. Hij wilde ook dat ze in de zaak ‘meer een harde juridische lijn [zou] kiezen, met wetsartikelen en/of jurisprudentie, net als in een strafzaak’ en schreef liefst zelf de stukken. Hij deed (volgens mr. X) zonder overleg een rechtstreeks schikkingsvoorstel aan de advocaat van de wederpartij. En mr. X moest van hem regelen dat hij schriftelijk mocht reageren op ingediende stukken en dat de zitting om die reden werd uitgesteld, terwijl dat volgens mr. X niet kon. Ze probeerde het en de rechtbank wees het verzoek af.
Kansloos
Toen de cliënt mr. X daarop vroeg de rechtbank te wraken, was de maat vol. Die kansloze verzoeken, het op eigen houtje opereren: volgens haar was er een vertrouwensbreuk.
Ook de raad van discipline Arnhem-Leeuwarden zag een vertrouwensbreuk, omdat mr. X en de cliënt het niet eens konden worden over de aanpak. Dan móet een advocaat zich zelfs terugtrekken, met zo min mogelijk schade voor de cliënt. Aan deze voorwaarden voldeed mr. X (ze deed nog het hoognodige en verwees de cliënt naar het juridisch loket).
Toch kreeg ze een berisping. Ze had belangrijke juridische fouten had gemaakt – zie de uitspraak. Misschien dacht ze door dat directieve zelf niet meer goed na.
Koers
Nog even over het begrip vertrouwensbreuk. De cliënt las erin dat hij niet te vertrouwen zou zijn, oneerlijk – een zware beschuldiging dus. De raad van discipline schaarde er onenigheid over de koers onder en dat klinkt een stuk lichter.
Het Hof van Discipline leek in 2016 koersclash en vertrouwenskwestie als twee verschillende redenen te zien, die samen of apart onttrekking noodzakelijk kunnen maken.
Het hof spreekt in die uitspraak niet van vertrouwensbreuk maar van het ‘vervallen van de vertrouwensbasis’. Dat klinkt meer als: ik heb geen vertrouwen meer in onze samenwerking, in plaats van in jou. Beter behapbaar , voor degene die het tegengeworpen krijgt.