De herziening is nodig omdat het huidige wetboek al bijna honderd jaar oud is en niet goed aansluit op nieuwe vormen van criminaliteit, zoals ondermijning, cybercrime en andere technologische ontwikkelingen. Het nieuwe Wetboek van Strafvordering is een toegankelijk, overzichtelijk en toekomstbestendig wetboek dat de positie van onder meer verdachten en slachtoffers verstevigt en verduidelijkt, schrijven de ministers in een persbericht. Daarnaast zorgt het nieuwe wetboek ervoor dat criminaliteitsbestrijding op een goede manier kan blijven plaatsvinden, bijvoorbeeld door de introductie van nieuwe bevoegdheden. Ook zijn procedures versimpeld.
‘We leven in een tijd waarin relatief nieuwe strafbare feiten als digitale criminaliteit aan de orde van de dag zijn,’ schrijft minister Weerwind. ‘Het nieuwe wetboek stelt de strafrechtketen in staat beter in te spelen op technologische ontwikkelingen die elkaar razendsnel opvolgen. Ik vind het daarnaast belangrijk dat de belangen van alle betrokkenen goed zijn meegenomen. Dus ook de belangen van het slachtoffer. Het wetboek bevat voor slachtoffers verbeteringen, bijvoorbeeld met betrekking tot het kennisnemen van de stukken in het strafdossier.’
Actievere rol
Een verandering in het nieuwe wetboek is dat de advocaat van de verdachte de mogelijkheid krijgt in een eerder stadium van de zaak een actievere rol te vervullen. De mogelijkheden om invloed uit te oefenen op deskundigenonderzoek zijn bijvoorbeeld uitgebreid. Daarnaast kan de verdediging gedurende het hele opsporingsonderzoek, tot aan de inhoudelijke zitting, de rechter-commissaris benaderen met onderzoekswensen.
Een andere grote verandering ziet op opsporingsbevoegdheden. Het nieuwe wetboek introduceert enkele nieuwe bevoegdheden en past bestaande bevoegdheden aan. ‘Hierdoor kunnen opsporingsdiensten beter optreden tegen nieuwe vormen van (digitale) criminaliteit. Ook is zoveel mogelijk techniekonafhankelijk geformuleerd, zodat het wetboek bij nieuwe technologische ontwikkelingen niet steeds aangepast hoeft te worden. Bij het maken van nieuwe opsporingsbevoegdheden wordt altijd zorgvuldig afgewogen dat in een strafrechtelijk onderzoek alleen een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer wordt gemaakt voor zover dat noodzakelijk en gerechtvaardigd is.’
Kortere doorlooptijden
Verder zijn de rechten van slachtoffers duidelijk geformuleerd en versterkt in het nieuwe wetboek. ‘Zo komt er een betere regeling voor slachtoffers die willen klagen over de keuze om geen opsporingsonderzoek te starten en een betere regeling voor slachtoffers om stukken aan het dossier toe te voegen en van stukken kennis te nemen.’
Het nieuwe wetboek bevat daarnaast voorschriften die kunnen bijdragen aan kortere doorlooptijden. Er wordt bijvoorbeeld meer ingezet op het afronden van het opsporingsonderzoek vóórdat de behandeling van een strafzaak op de rechtszitting begint. Ook krijgt de rechter meer mogelijkheden om te sturen op het procesverloop.
Er is bijna tien jaar, in samenwerking met de politie, de bijzondere opsporingsdiensten, de Koninklijke Marechaussee, het openbaar ministerie, de Rechtspraak en de advocatuur, gewerkt aan het nieuwe wetboek. Bij vrijwel alle organisaties in de strafrechtketen zorgt het nieuwe wetboek voor veranderingen. Zo moeten medewerkers worden opgeleid en moeten ICT-systemen en werkprocessen worden aangepast. Hiervoor is een implementatieperiode nodig, zeggen de ministers. Op dit moment wordt samen met de partners binnen de strafrechtketen beoordeeld wat een realistische implementatieperiode is.