Het ministerie van Justitie en Veiligheid wil de Garantstellingsregeling Curatoren (GSR), daterend uit 2012, voortzetten. Volgens het departement is de regeling nuttig gebleken.
De GSR is feitelijk bedoeld om fraude bij faillissementen aan te kunnen pakken. De regeling biedt curatoren de garantie dat ze betaald krijgen voor hun werk, ook als sprake is van een lege boedel. Zonder de garantstelling is het voor een malafide bestuurder eenvoudig om een boedel leeg te trekken zonder dat hij enig risico loopt op onderzoek en verhaal door de curator, aldus het ministerie. Jaarlijks staat gemiddeld ongeveer 18 miljoen euro uit aan garanties.
Slechts een deel daarvan wordt daadwerkelijk uitbetaald en ook dat bedrag wordt dubbel en dwars terugverdiend. Uit evaluatie door het WODC blijkt dat van 2012 tot en met 2017 met de GSR een bedrag van ruim 23,5 miljoen euro is teruggehaald. Daarvan is naar schatting vijf miljoen euro als salaris aan de curator uitgekeerd en 18,5 miljoen euro aan schuldeisers. Met de uitvoering was voor de Staat in totaal 9,6 miljoen euro gemoeid. Omgerekend betekent het dat voor elke euro die de Staat in de GSR steekt, de failliete boedels met bijna tweeënhalve euro worden vermeerderd.
Volgens opgave van uitvoeringsorganisatie Justis betaalde de Staat vorig jaar 1,29 miljoen euro uit en werd 7,54 miljoen euro teruggehaald met behulp van de GSR. Per 2022 stond 15,27 euro miljoen uit aan verleende garanties.