In het nieuwe Wetboek van Strafvordering krijgt de advocaat van de verdachte in een eerder stadium van de zaak de mogelijkheid een actievere rol te vervullen, meldt het ministerie. Ook zijn voor advocaten de mogelijkheden om invloed uit te oefenen op deskundigenonderzoek uitgebreid. Daarnaast kan de verdediging gedurende het hele opsporingsonderzoek, tot aan de inhoudelijke zitting, de rechter-commissaris benaderen met onderzoekswensen.

Dennis Wolters, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Van Strafrechtadvocaten (NVSA), stelt voorop niet tegen modernisering en een efficiënt verloop van de procedure te zijn. ‘Maar dit mag niet ten koste gaan van de eerlijkheid van de procedure. Het valt nog te bezien of het voorstel uiteindelijk ook positief uitpakt voor de advocatuur en de verdachte.’

Volgens Wolters heeft een meer bij wet vastgelegde actievere rol in een eerder stadium van de vervolging of het onderzoek consequenties. ‘De mogelijkheid bestaat dat inactiviteit later in de procedure gevolgen zal hebben, bijvoorbeeld wanneer de verdediging bepaalde verzoeken dan niet meer met succes zal kunnen doen. De afgelopen jaren is al gebleken dat bepaalde verweren tijdig moeten worden gevoerd en dat wanneer dat niet gebeurt, dat gevolgen heeft. Dat maakt dat bijstand door een gespecialiseerd strafrechtadvocaat belangrijker wordt dan ooit tevoren. Van belang is verder dat een actievere rol in een eerder stadium ook financieel mogelijk gemaakt moet worden als sprake is van gefinancierde rechtsbijstand. Bijzondere aandacht verdient in dat verband de verdachte die niet wordt bijgestaan door een advocaat.’

Technologische ontwikkelingen

De herziening is nodig omdat het huidige wetboek al bijna honderd jaar oud is en niet goed aansluit op nieuwe vormen van criminaliteit, zoals ondermijning, cybercrime en andere technologische ontwikkelingen, aldus de ministers Weerwind voor Rechtsbescherming en Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid. Het nieuwe wetboek is volgens hen een toegankelijk, overzichtelijk en toekomstbestendig wetboek dat de positie van onder meer verdachten en slachtoffers verstevigt en verduidelijkt. Daarnaast zorgt het nieuwe wetboek ervoor dat criminaliteitsbestrijding op een goede manier kan blijven plaatsvinden. Ook zijn procedures versimpeld.

‘We leven in een tijd waarin relatief nieuwe strafbare feiten als digitale criminaliteit aan de orde van de dag zijn,’ schrijft minister Weerwind. ‘Het nieuwe wetboek stelt de strafrechtketen in staat beter in te spelen op technologische ontwikkelingen die elkaar razendsnel opvolgen. Ik vind het daarnaast belangrijk dat de belangen van alle betrokkenen goed zijn meegenomen. Dus ook de belangen van het slachtoffer. Het wetboek bevat voor slachtoffers verbeteringen, bijvoorbeeld met betrekking tot het kennisnemen van de stukken in het strafdossier.’

Nieuwe bevoegdheden

In het nieuwe wetboek krijgen opsporingsdiensten nieuwe bevoegdheden en worden de rechten van slachtoffers versterkt. Het nieuwe wetboek bevat daarnaast voorschriften die kunnen bijdragen aan kortere doorlooptijden. Zo krijgt de rechter meer mogelijkheden om te sturen op het procesverloop.

Er is bijna tien jaar, in samenwerking met de politie, de bijzondere opsporingsdiensten, de Koninklijke Marechaussee, het Openbaar Ministerie, de Rechtspraak en de advocatuur, gewerkt aan het nieuwe wetboek. Bij vrijwel alle organisaties in de strafrechtketen zorgt het nieuwe wetboek voor veranderingen. Zo moeten medewerkers worden opgeleid en moeten ICT-systemen en werkprocessen worden aangepast. Hiervoor is een implementatieperiode nodig, zeggen de ministers. Op dit moment wordt samen met de partners binnen de strafrechtketen beoordeeld wat een realistische implementatieperiode is.

FRANCISCA MEBIUS, Advocatenblad

Francisca Huijting-Mebius

Redacteur

Profile page
Advertentie