Dat blijkt uit onderzoek van de NOvA naar de maatschappelijke activiteiten van kantoren. Het kabinet wil dat commerciële kantoren een bijdrage leveren aan de sociale advocatuur, om de gesubsidieerde rechtsbijstand overeind te houden. Welke vorm die bijdrage dient te krijgen is nog niet duidelijk. Dat kan gaan om financiële steun, de inzet van mensen of anderszins.
Portemonnee
Uit de peiling van de NOvA onder alle advocaten, uitgevoerd door I&O Research, blijkt dat de meerderheid geen trek heeft om de portemonnee te trekken. Bijna zestig procent van de 1.225 deelnemende advocaten is tegen een verplichte financiële bijdrage is voor louter commerciële kantoren. Een kwart van hen is juist warm voorstander.
Volgens de onderzoekers tonen jongere advocaten zich vaker voorstander van een verplichte maatschappelijke bijdrage dan oudere advocaten. Hoe langer iemand als advocaat werkzaam is, hoe minder vaak hij een verplichte maatschappelijke bijdrage een goed idee vindt. Advocaten die bij grotere kantoren werken zijn positiever over het plan dan eenpitters.
Samenwerking
Ongeveer de helft van de ondervraagde advocaten vindt dat er te weinig samenwerking is tussen commerciële en sociale advocatenkantoren. Advocaten die geen toevoegingszaken doen, denken daar grosso modo hetzelfde over als advocaten die op toevoeging werken. Wel is ook hier sprake van een generatiekloof: vooral jonge advocaten menen dat er te weinig wordt samengewerkt.
Uit het onderzoek blijkt verder dat bijna de helft van de advocaten het afgelopen jaar pro deo natuurlijke personen hielp. Kleinere kantoren zijn actiever op dat vlak dan grotere kantoren. De laatste categorie staat verhoudingsgewijs vaker bedrijven pro bono bij.
Bijna tweederde van de advocaten verleende in het afgelopen jaar rechtsbijstand tegen gereduceerd tarief aan natuurlijke personen. Een kwart besteedde het afgelopen jaar tijd aan rechtsbijstand voor bedrijven tegen gereduceerd tarief.