Weerwind neemt een dezer dagen een definitief besluit over de precieze inrichting van de landelijk toezichthouder LTA. Met hun brief hopen de dekens de bewindsman op het laatste moment op andere gedachten te brengen. Weerwind staat tot dusver op het standpunt dat de LTA alleen (preventief) toezicht gaat houden op advocaten. Klachtbehandeling (reactief) blijft bij de lokale dekens, die verder hun pastorale rol behouden. Zowel LTA als dekens kunnen een tuchtzaak beginnen, maar de LTA zal vooral bestuursrechtelijk handhaven.
Anders dan Weerwind vinden de dekens dat er geen knip moet worden gezet tussen toezicht en klachtbehandeling. In hun brief attenderen ze hem ‘op een onvolkomenheid in de voorstelling van zaken ten aanzien van het geschetste onderscheid tussen toezicht en klachten’. Volgens de dekens is juist bij de behandeling van klachten sprake van toezicht op naleving van regels. Bovendien bevatten klachten vaak relevante signalen over de praktijkvoering van advocaten, die voor het toezicht relevant zijn.
LTA
Niettemin benadrukken de dekens dat ze groot voorstander zijn van een LTA, ‘mits het bewezen effectieve lokale toezicht behouden blijft’. Het dekenberaad geeft in de brief, ondertekend door het dagelijks bestuur bestaande uit Peter Hanenberg, Barbara Rumora-Scheltema en Jan Frederik Schnitzler, echter ook blijk van ‘voortschrijdend inzicht’.
Waar ze eerst vonden dat de LTA zou moeten worden aangestuurd door het dekenberaad, willen ze nu de verantwoordelijkheid omdraaien. De lokale dekens dienen onder de vlag van LTA te opereren. ‘Het dekenberaad/LTA krijgt zijn legitimiteit niet langer van de (verkozen) dekens, maar de lokaal toezichthouders (dekens) krijgen hun legitimiteit (en dus ook benoeming) vanuit het LTA.’
Lokale inbedding
Op deze manier krijgt het landelijk toezicht de door iedereen gewenste ‘lokale inbedding’, menen de dekens. ‘Eén toezichthoudend orgaan op de advocatuur, dat beschikt over zowel het tuchtrechtelijk als het bestuursrechtelijk instrumentarium, centraal aangestuurd met lokale inbedding en uitvoering beantwoordt aan het beoogde effectieve, uniforme, transparant en onafhankelijk toezicht.’
Ze voegen eraan toe dat op deze manier gebruik kan worden gemaakt van de bestaande kennis van de lokale ordebureaus, hetgeen de verwachte kostenstijging beperkt. ‘Zo kan het toezicht moeiteloos overgaan in een LTA.’