De daling heeft te maken met langdurige capaciteitsproblemen op de griffie waardoor het hof vanaf medio mei tot september 2022 geen reguliere klachtzaken op zitting heeft kunnen behandelen. Dat blijkt uit het maandag gepubliceerde jaarverslag van het hof van discipline en de raden van discipline. In de begroting van 2022 werd nog rekening gehouden met het afdoen van 375 zaken.
In 2022 zijn bij het hof van discipline 352 zaken ingekomen. Ten opzichte van 2021 is sprake van een afname van nieuwe zaken van ruim 11,5 procent. De doorlooptijd van een klachtzaak bij het hof van discipline was in 2022 gemiddeld 7 maanden (in 2021: 6,5 maand). De in 2021 uitgesproken ambitie om de doorlooptijd in 2022 terug te brengen naar zes maanden is daarmee (door capaciteitsproblemen op de griffie) niet gehaald. Van capaciteitsproblemen zoals in 2022 is volgens het hof inmiddels geen sprake meer, ‘maar vanwege de grote werkvoorraad is de verwachting dat de doorlooptijd van klachtzaken de komende tijd nog wat langer blijft dan gewenst’.
Eerste aanleg
Bij de raden van discipline is de gemiddelde doorlooptijd juist afgenomen. De gemiddelde doorlooptijd van de reguliere tuchtklachtzaken in 2022 was iets meer dan zeven maanden (in 2021 7,5 maanden). Een van de oorzaken van de daling is de afname van het aantal nieuwe zaken in 2022. Een andere oorzaak is dat in 2022 bij de raden geen sprake meer was van capaciteitsproblemen.
In 2022 werd op 18.218 Nederlandse advocaten 294 keer ingegrepen door de tuchtrechter in eerste aanleg. Dat betekent dat 1,6 procent van de advocaten in 2022 tuchtrechtelijk is veroordeeld (in 2021 was dat 1,7 procent). Vorig jaar zijn bij de raden van discipline 965 nieuwe zaken ingekomen. In 2021 waren dat 983 nieuwe zaken, in 2020 993 en in 2019 846. Vergeleken met 2021 is sprake van een afname van het aantal nieuwe zaken van 1,8 procent. De raden hebben 976 zaken afgedaan. Dat waren er 1039 in 2021 en 878 in 2020.
Gegronde klachten
In 2022 was, net als in de twee jaren ervoor, ongeveer een derde van de klachten (gedeeltelijk) gegrond. Van de 905 tuchtrechtelijke oordelen die de raden van discipline in 2022 op grond van artikel 48 Advocatenwet gaven, luidden er 614 ongegrond of niet-ontvankelijk. De resterende 291 klachten waren gegrond.
Van het totale aantal van 905 (in 2021 waren dat er 961) tuchtrechtelijke oordelen was bijna 68 procent ongegrond of niet-ontvankelijk en 2,7 procent gegrond zonder maatregel. In 13,6 procent van de gevallen werd een waarschuwing opgelegd, bij 8,7 procent een berisping, bij 3,5 procent een voorwaardelijke schorsing, bij 1,9 procent een onvoorwaardelijke schorsing en bij 1,1 procent een schrapping. Deze percentages waren in vorige jaren globaal gezien hetzelfde, behalve ten aanzien van het aantal opgelegde voorwaardelijke en onvoorwaardelijke schorsingen. In 2022 hebben de raden bijna twee procent meer voorwaardelijke schorsingen opgelegd dan in 2021 en bijna 1,5 procent minder onvoorwaardelijke schorsingen ten opzichte van 2021. In het algemeen hebben de raden van discipline in 2022 echter niet beduidend zwaardere of lichtere maatregelen opgelegd dan in eerdere jaren.
Schrappingen
In 2022 hebben de raden van discipline tien schrappingsbeslissingen genomen over acht advocaten. In 2021 waren dat er veertien over negen advocaten. In 2022 is tegen ongeveer een kwart van de beslissingen van de raden van discipline hoger beroep ingesteld. In 2022 heeft het hof van discipline vijftig beslissingen van de raden in geheel of overwegende mate bekrachtigd en 37 raadsbeslissingen in geheel of overwegende mate vernietigd. Het aantal wrakingsverzoeken in 2022 ten opzichte van 2021 is afgenomen (van 21 in 2021 naar 14 in 2022). Voor deze afname is geen duidelijke oorzaak aan te wijzen, aldus het jaarverslag.
Opvallend is dat in 2022 heel veel minder gegronde klachten vielen in de categorie ‘Prestatie onder de maat’ ten opzichte van 2021 (1 in 2022 en 84 in 2021). In 2022 vielen de meeste gegronde klachten in de categorie ‘Gedragsregels 17-19 (declareren etc.)’, gevolgd door de klachten over ‘Inachtneming zorg ten opzichte van de wederpartij’. Ook in 2022 werd verreweg het meest geklaagd over de eigen advocaat gevolgd door klachten over de advocaat van de wederpartij.
De meeste klachten gaan over het brede rechtsgebied van het civiele (burgerlijk) recht. Op de tweede plaats staan klachten van en over dekens, gevolgd door klachten over strafrechtzaken. Net als in voorgaande jaren werd het grootste deel van de klachten ingediend door burgers, op grote afstand gevolgd door bedrijven en advocaten.
Lees hier het jaarverslag.