De twee Kamerleden wijzen erop dat de sociaal advocatuur al lange tijd onder druk staat en wijten dat voor een groot deel aan de vergoedingen die achterblijven. Dat leidt tot minder sociaal advocaten en daarmee tot capaciteitsproblemen, waardoor uiteindelijk het toegang tot het recht wordt belemmerd, zo redeneren ze.

Om dat te ondervangen bepleiten ze aanpassing van de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Concreet willen ze de begroting structureel ophogen met 68 miljoen euro, zodat de tarieven met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023 kunnen worden verhoogd. Het benodigde geld komt wat Marijnissen en Van Nispen betreft uit een verhoging van de vennootschapsbelasting.

Griffierechten

De twee SP’ers stellen dat volgend jaar ook een verdere verlaging van de griffierechten nodig is, zodat de financiële barrières richting rechtspraak worden verkleind. Het kabinet was dat aanvankelijk al van plan, maar temperde dit voorjaar de verlaging. Met hun amendement willen Marijnissen en Van Nispen het kabinet weer naar de oorspronkelijke koers dwingen. Dat vergt jaarlijks 25 miljoen euro.

Of het voorstel van de SP op veel steun in de Kamer kan rekenen, is nog niet duidelijk. Een gepland debat over de gefinancierde rechtsbijstand is uitgesteld tot na de zomer.

NB. Dit bericht is op 12 juni aangepast. In een eerste versie van het amendement werd abusievelijk gesproken van een uurtarief. De SP heeft laten weten dat te veranderen in puntentarief. De Raad voor Rechtsbijstand vergoedt op basis van punten in plaats van uren. Zo worden voor rechtsbijstand bij een echtscheiding tien punten vergoed, ofwel 1202 euro. De RvR gaat er daarbij vanuit dat een advocaat er maximaal twintig uur werk aan heeft.

Advertentie