Het leek zo mooi: in 2011 besloot Guatemala, na 36 jaar burgeroorlog, de straffeloosheid van oorlogsmisdaden en corruptie aan te pakken. Een commissie ging aan de slag, in samenwerking met een speciale afdeling van het Openbaar Ministerie. Advocaat Claudia González Orellana zat in die commissie en boekte successen. Dat riep weerstand op bij invloedrijke personen, vertelt ze.
Wat voor zaken deed u?
‘Ik klaagde bijvoorbeeld een rechter aan die zich schuldig maakte aan illegale zelfverrijking, zij zit nu haar straf uit. Een lid van het hooggerechtshof dat miljoenen aannam van bedrijven in ruil voor gunstige beslissingen kreeg twaalf jaar. En we stelden aan de kaak dat parlementariërs jarenlang gefingeerde personeelskosten in rekening brachten. In totaal ging het om 150 nepbanen. Ik klaagde alle vier de parlementsvoorzitters aan onder wie dit was gebeurd, en zij werden gearresteerd.’
Dat gaf natuurlijk onrust.
‘Ja, dit zijn machtige mensen. Zelfs als ze in de gevangenis zitten, maken ze deel uit van een netwerk. Aanvankelijk stond iedereen erachter dat de straffeloosheid zou worden aangepakt. Maar de mensen aan de economische en politieke top hadden niet verwacht dat ook zij eraan zouden moeten geloven. Toen het te dichtbij kwam, ontwikkelden ze een langetermijnplan. Vanaf 2019 zorgden zij dat er corrupte rechters en topfunctionarissen werden benoemd op alle relevante posities. Onze commissie werd ontbonden. Drie jaar later begon de echte crisis.’