Op 21 maart 2023 is het Ontwerp voor de Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering ingediend bij de Tweede Kamer. Daarmee is een belangrijk tussenstation voor de totstandkoming van een nieuw wetboek bereikt. Het procesmodel van het nieuwe wetboek wijkt op een aantal punten fundamenteel af van het huidige model. Dat blijkt met name uit de nieuwe figuur van de proces­inleiding.

De ontstaansgeschiedenis van het nieuwe Wetboek van Strafvordering gaat terug tot 1994. Maar pas vanaf 2014 is het project op stoom gekomen – met name omdat een politiek antwoord gevonden moest worden op de kritiek van de Algemene Rekenkamer op de prestaties in de strafrechtketen. Sinds de Contourennota van 2015 is een massief overleg-, vergader-, consultatie- en adviescircus door Nederland getrokken, waarin alle betrokken partijen in het strafrechtbedrijf hebben geprobeerd het tafelkleed zo veel mogelijk naar zich toe te trekken. Dat heeft geleid tot een (laatste openbare) ambtelijke eindversie van juli 2020 en daarna is het wetboek ondergronds gegaan. Wegens het ontbreken van financiële dekking voor de te verwachten implementatie­kosten is het ontwerp pas in april 2021 voor advies naar de Raad van State gezonden. Die adviseerde op 16 mei 2022 en vervolgens heeft het departement nog een jaar in alle stilte aan het wetboek geschaafd. Het moet gezegd: die rijpingstijd heeft het wetboek goed gedaan. Het lijkt meer in balans en er is op belangrijke punten tegemoetgekomen aan kritiek dat de positie van de verdediging en de verdachte nog onvoldoende was doordacht en geregeld.

Lees verder in het e-magazine van juni.

Advertentie