Na diverse kwesties (denk aan de NS-zaak in 2017, de Sanderink-zaak in 2022) was het zo langzamerhand snakken naar een uitspraak van het Hof van Discipline die de weg wees uit het moeras waarin de advocaat als ‘onafhankelijk onderzoeker’ bevond. Want is de ‘onafhankelijk advocaat-onderzoeker’ eigenlijk geen contradictio in terminis?
In zekere zin wel, blijkt uit de recente uitspraak van het Hof waarover al een nieuwsbericht verscheen. Het is namelijk van tweeën één. Óf je treedt op als partijdig advocaat, óf je treedt op als onafhankelijk onderzoeker – een andere hoedanigheid dus. En je moet heel duidelijk maken welke pet je op hebt.
Gedragsregel 15
Als onafhankelijk onderzoeker heb je geen ‘klassieke advocaat-cliëntrelatie’ met de opdrachtgever en mag je die ook niet hebben: voor advocaten(kantoren) met een ‘bestaande adviesrelatie’ met de cliënt is onafhankelijk onderzoek taboe. En als je eenmaal onderzoek hebt gedaan dan gelden er regels naar analogie van gedragsregel 15.
Volgens het Hof heeft de kernwaarde vertrouwelijkheid geen doorslaggevende waarde meer als sprake is van onafhankelijk onderzoek. Dat lijkt de doodssteek voor het verschoningsrecht van de onafhankelijk advocaat-onderzoeker, waarmee advocaten vermoedelijk een belangrijke troef in de strijd om die lucratieve klussen wordt ontnomen.
Objectief
In de Baker Tilly-zaak waarin het Hof van Discipline nu oordeelt verklaarde de advocaat dat hij ‘onafhankelijk’ vooral had bedoeld in ‘deontologische zin’: onafhankelijk zoals in de advocatenkernwaarden bedoeld, en zonder invloed van de opdrachtgever op (de uitkomst van) het onderzoek (maar wel degelijk partijdig dus). Maar die uitleg vindt het Hof geenszins voor de hand liggen. Als je je onderzoek als ‘onafhankelijk’ presenteert mogen mensen ervan uitgaan dat het objectief, zorgvuldig en volledig is.
Het onderscheid intern/extern onderzoek is ongeschikt om je gedrag op af te stemmen, zegt het Hof, want ook een ‘intern’ rapport kan later openbaar worden, daar moet je als advocaat altijd rekening mee houden.
Wederhoor
Dan een aantal dingen die we eigenlijk wel wisten dat ze bij onafhankelijk onderzoek zouden moeten gelden: geen zeggenschap opdrachtgever over inhoud rapport, transparantie over wat niet is onderzocht of gebruikt, zo volledig mogelijk beeld, hoor en wederhoor, voorkomen van misverstanden.
Een professionele standaard of best practices zou mooi zijn, maar volgens het Hof zijn daarvoor de Orde en/of wetgever aan zet, waarbij ook over het verschoningsrecht moet worden gediscussieerd.
Er is een hoop kreupelhout gekapt, maar of het genoeg is om bosbranden te voorkomen, zal moeten blijken.