Met een wetswijziging wil de minister het mogelijk maken celmateriaal voor DNA-onderzoek al in de opsporingsfase bij verdachten af te nemen. Nu kan pas celmateriaal worden verkregen als iemand is veroordeeld voor een ernstig misdrijf.
Ongeveer tien procent van de veroordeelden blijkt na veroordeling onvindbaar. Het verkleinen van deze groep weegt niet op tegen de inbreuk op de onschuldpresumptie en de privacy van burgers die uiteindelijk niet worden veroordeeld, aldus de NOvA.