Op 2 juni 2023 deed het Hof van Discipline uitspraak in een zaak betreffende door advocaten uitgevoerd onderzoek (ECLI:NL:TAHVD:2023:59). De zaak kreeg ook in de landelijke media de nodige aandacht.
Onderzoek door advocaten is al langere tijd onderwerp van discussie. Opvallend is daarbij, dat er telkens sprake is van een onjuiste en verwarrende terminologie. Juist in een juridisch beroep is niet alleen de inhoud, maar ook de gebruikte terminologie van belang. Ik had dan ook verwacht, dat het Hof van Discipline de terminologie zou corrigeren. Helaas bleek dat niet het geval.
In artikel 10a Advocatenwet zijn de kernwaarden voor de advocaat opgenomen. Voor zover hier van belang wordt daar vermeld:
- In het belang van een goede rechtsbedeling draagt de advocaat zorg voor de rechtsbescherming van zijn cliënt. Daartoe is de advocaat bij de uitoefening van zijn beroep:
- onafhankelijk ten opzichte van zijn cliënt, derden en de zaken waarin hij als zodanig optreedt;
- partijdig bij de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van zijn cliënt;
- (…).
Het Hof van Discipline gebruikt op diverse plaatsen in de beslissing de term “onafhankelijk onderzoek”, waar onpartijdig onderzoek bedoeld wordt. Onder meer schrijft het Hof: “Deze duidelijkheid houdt in dat er óf sprake is van feitenonderzoek dat uitgevoerd wordt ten einde de eigen cliënt te kunnen adviseren over diens rechtspositie, óf sprake is van een onafhankelijk onderzoek dat als zodanig naar derden wordt gepresenteerd.“
Maar een feitenonderzoek door een advocaat ten einde de eigen cliënt te kunnen adviseren moet op grond van artikel 10a aanhef en sub a Advocatenwet een onafhankelijk onderzoek zijn.
In de zaak, waarover het Hof oordeelde was het probleem, dat door het gebruik van de term “onafhankelijk onderzoek” de suggestie was gewekt, dat er sprake was van onpartijdig onderzoek. De advocaat wist of behoorde te weten, dat dit het geval zou zijn en had die verwarring over de hoedanigheid waarin de advocaat optrad moeten voorkomen. Het oordeel van het Hof hierover is dus inhoudelijk volkomen juist. Maar de terminologie in de overwegingen van het Hof zijn mijns inziens problematisch. Op zijn minst wordt de suggestie gewekt, dat onderzoek ten behoeve van de advisering niet onafhankelijk zou hoeven te zijn. Dit terwijl de onafhankelijkheid van de advocaat in alle gevallen boven iedere twijfel verheven zou moeten zijn.
Gilles Beydals, gepensioneerd advocaat