Bij de arrestatie van Weski afgelopen april werd haar kantoor in Rotterdam doorzocht. Daarbij zijn documenten in beslag genomen die onder het verschoningsrecht vielen. Nu blijkt volgens het FD dat een ‘geheimhoudersofficier’ eind mei een proces-verbaal met ‘informatie uit het onderzoek’ naar Weski heeft gedeeld met collega’s. Deze officier beoordeelt binnen het OM in hoeverre inbeslaggenomen gegevens onder het verschoningsrecht vallen – en dus niet gebruikt mogen worden in het onderzoek. Het OM zou hebben verzuimd de benodigde toestemming te vragen aan de toezichthoudende rechter-commissaris. De vermeende schending kwam volgens het FD ter sprake tijdens een civiele zaak van Weski tegen de Staat die vorige week diende bij het gerechtshof Den Haag. Een woordvoerder van het hof bevestigt dat de zaak heeft gediend, maar wil niet ingaan op de inhoud.
Woensdag publiceerde de rechtbank Den Haag een vonnis in kort geding waarin op 19 juni uitspraak werd gedaan. Hoewel de rechtbank het niet wil bevestigen, blijkt uit het vonnis dat het om een zaak van Weski tegen de Staat gaat. Weski spande het kort geding aan om te voorkomen dat inbeslaggenomen gegevens ter beschikking van het OM werden gesteld. Ook vroeg ze om een volledig overzicht van de behandeling van de beslagen gegevens, met daarin onder andere vermeld wie op welke momenten toegang had tot de gegevens. De voorzieningenrechter wees de vorderingen af, omdat de wet volgens de rechter geen ruimte biedt om een voorziening te treffen.
Geheimhoudersofficier
Het OM weerspreekt dat het verschoningsrecht is geschonden. Volgens het OM heeft de toezichthoudende rechter-commissaris op het onderzoek naar Weski de inbeslaggenomen gegevens beoordeeld. De onderzoeksrechter heeft in een proces-verbaal puntsgewijs per inbeslaggenomen document aangegeven of het al dan niet onder het verschoningsrecht viel. Dat proces-verbaal is vervolgens intern gedeeld door de geheimhoudersofficier, aldus de persvoorlichter van het Landelijk Parket.
Over het motief van de officier om het stuk intern te delen wil de persvoorlichter alleen kwijt dat de officier ‘collega’s heeft geïnformeerd over de stand van zaken in het onderzoek.’ De officier meende dat het p-v niet onder het verschoningsrecht viel. Op verzoek van de rechter-commissaris is het document later vernietigd, maar het OM blijft bij het initiële standpunt, aldus de woordvoerder.
De NOvA neemt op zijn website een kritische houding aan tegenover de rol van een geheimhoudersofficier. ‘Dat het uitfilteren van de verschoningsgerechtigde informatie, die naar zijn aard geheim moet blijven, gebeurt door een functionaris vanuit de opsporing is onbegrijpelijk en onjuist.’ Niet een opsporingsfunctionaris, maar de rechter-commissaris de aangewezen persoon is om deze screening te verrichten, aldus de NOvA.
Na de aanhouding van Weski maande de Rotterdamse deken Peter Hanenberg het OM al tot uiterste zorgvuldigheid. ‘Onnodige schending van het vertrouwelijk berichtenverkeer tussen advocaat en cliënt dient voorkomen te worden in het belang van de verdediging van de cliënt.’
OM onder vuur
Het OM ligt al langer onder vuur vanwege schendingen van het verschoningsrecht. Zo startte het OM in 2015 een strafrechtelijk onderzoek naar vermogensbeheerder Box Consultants. Tijdens het onderzoek schond het OM het verschoningsrecht door e-mails tussen Box en advocaten van Stibbe niet als ‘geheimhoudersinformatie’ te behandelen.
In februari deed het Gerechtshof Den Haag uitspraak in het hoger beroep in deze zaak. Het hof zag in beginsel voldoende aanknopingspunten voor strafrechtelijke vervolging. Omdat officieren van justitie immuniteit genieten kon daarvan echter geen sprake zijn, aldus het hof.
Aanvulling
Het gerechtshof in Den Haag bekrachtigt in een arrest van 17 juli het vonnis van de voorzieningenrechter. Het is volgens het hof aan de strafrechter om zich over deze kwestie uit te laten. De civiele rechter heeft hierin geen taak, aldus het hof.