‘Een gang naar de bestuursrechter om die termijnen op te rekken, biedt geen oplossing,’ zegt de Afdeling. ‘Dat kan alleen de wetgever zelf doen door de wet aan te passen of te komen met een andere voorziening of oplossing.’

De Wet hersteloperatie toeslagen biedt financiële compensatieregelingen voor gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire. In de wet staan termijnen waarbinnen de Belastingdienst een beslissing moet nemen, maar de Belastingdienst haalt deze nu steeds niet en overschrijdt deze structureel. De wetgever heeft met de te korte beslistermijnen iets beloofd wat in de praktijk niet kan worden waargemaakt, oordeelde de rechtbank Midden-Nederland in april. ‘De wetgever heeft heel bewust een regeling met feitelijk onhaalbare beslistermijnen aanvaard. Deze structurele overschrijding van de beslistermijn leidt tot veel rechtszaken die gaan over het niet tijdig nemen van een besluit door de Belastingdienst.’ De rechtbank heeft in dit specifieke geval geprobeerd een oplossing te bieden door de Belastingdienst een langere beslistermijn te geven.

Eenduidigheid

De Afdeling bestuursrechtspraak zegt in de uitspraak van woensdag het dilemma te begrijpen waarvoor rechtbanken in dit kader staan. De Afdeling deelt de analyse van de rechtbank dat de wetgever bewust onrealistische beslistermijnen in de Wet hersteloperatie toeslagen heeft opgenomen, maar zij volgt de rechtbank niet in haar poging hiervoor een oplossing te bieden. ‘Want het is niet de taak van de bestuursrechter om een structurele, collectieve oplossing voor deze problemen te bieden. Dat kan alleen de wetgever doen.’ De Afdeling bestuursrechtspraak volgt op dit punt daarom de rechtbank Rotterdam die ook in april van dit jaar een uitspraak heeft gedaan in een soortgelijke zaak en wel heeft vastgehouden aan de tot dan toe gehanteerde beslistermijn.

Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak is het belangrijk dat er eenduidigheid komt. De afdeling heeft daarom beslistermijnen vastgesteld die in toekomstige vergelijkbare zaken kunnen worden gehanteerd. Rechtbanken wordt aangeraden in de toekomst dezelfde termijnen te hanteren ‘uit oogpunt van rechtseenheid, rechtsgelijkheid en rechtszekerheid’. Deze beslistermijnen bedragen of twaalf weken na de datum van het verweerschrift of zes weken na de uitspraak. In de concrete rechtszaken waarin de Afdeling woensdag uitspraak deed heeft zij de Belastingdienst opgedragen om binnen zes weken een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen over het recht van de ouders op compensatie.

De Afdeling merkt verder nog op dat zij zich ervan bewust is dat deze nieuwe nadere beslistermijnen geen oplossing bieden voor de uitvoeringsproblemen die de Belastingdienst heeft. ‘De termijnen in de Wet hersteloperatie toeslagen zullen ook in de toekomst niet worden gehaald en de hersteloperatie komt onder druk te staan door het instellen van talloze beroepen gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit.’

Lees hier de uitspraak.

Redactie Advocatenblad

Profile page
Advertentie