De betreffende advocaat werkte sinds 2020 samen met een bedrijf dat zich toelegde op schuldhulpverlening. Tegen dat bedrijf liep een strafrechtelijk onderzoek, op verdenking van het verbod op schuldbemiddeling tegen betaling.
Handtekening
In het onderzoek doken 222 dossiers op met overeenkomsten waarin hulpzoekenden de advocaat de opdracht tot schuldbemiddeling verleenden. De advocaat heeft echter geen enkel contact gehad met de hulpzoekenden, noch heeft hij ze ooit geïdentificeerd. De overeenkomsten werden ondertekend door een medewerker van het schuldbemiddelingsbedrijf. Het bedrijf gebruikte niet alleen de handtekening van de advocaat, maar ook zijn briefpapier en zijn mailaccount. In ruil ontving de advocaat duizend euro per maand.
Na klachten van (de advocaat van) enkele betrokken hulpzoekenden, diende de deken van Oost-Brabant dit voorjaar een dekenbezwaar in bij de raad. Die oordeelt dat de advocaat over een periode van meerdere jaren diverse gedragsregels, bepalingen van de Voda en kernwaarden heeft geschonden. De raad noemt de handelswijze van de advocaat ‘bijzonder kwalijk’.
Schorsing
De raad rekent het de advocaat zwaar aan dat hij ermee instemde dat anderen in zijn naam schuldbemiddelingsdossiers behandelden, terwijl hij geen weet had van de inhoud van die dossiers.
Gelet op de ernst van de overtredingen is een langdurige schorsing de enige passende maatregel, aldus de raad. De betreffende advocaat heeft zich inmiddels zelf van het tableau uitgeschreven.