Een vrouw had van haar zus begrepen dat die haar een woning zou nalaten, maar na het overlijden van de zus blijkt daarvan niets. De vrouw vraagt mr. X te onderzoeken of haar zus mogelijk toch, met een (gewijzigd) testament of anderszins, het huis aan haar had vermaakt.

Mr. X bevestigt die afspraak en de tarieven. Ze zal maandelijks declareren.

Dagvaarding

Mr. X en een collega bellen met verschillende partijen, waaronder notarissen, en met de vrouw zelf. Ze doen onderzoek naar de huwelijkse voorwaarden en stellen een concept-dagvaarding op.

Als de nota waarop de dagvaarding staat binnenkomt protesteert cliënte: waarom een dagvaarding? Ze heeft daar geen opdracht voor gegeven. Ze zegt dat mr. X nooit een begroting stuurde of uitleg gaf over de werkzaamheden. Het duurt zo lang, wat is nou het advies van mr. X?

Volgens mr. X was alles besproken en had cliënte haar de vrije hand gegeven. Na een half jaar heeft mr. X 12.000 euro gedeclareerd. De vrouw klaagt bij de tuchtrechter dat dit veel te veel is, terwijl zij niet eens een behoorlijke inschatting van haar kansen of een (proces)advies heeft ontvangen.

Mr. X verschijnt niet op de zitting.

Vrije hand

Volgens de raad van discipline Arnhem-Leeuwarden mag van een advocaat worden verwacht dat hij een opdracht voortvarend aanpakt, de cliënt (schriftelijk) informeert hoe de zaak zal verlopen, een processtrategie bespreekt en de proces- en financiële risico’s  onder de aandacht brengt. In dit dossier ontbreekt dat allemaal, zegt de raad. Dat mr. X de vrije hand had gekregen was ook niet gebleken.

Zeker nu het verband tussen de beperkte opdracht en de werkzaamheden niet steeds duidelijk was en de cliënte om advies vroeg, moest mr. X haar cliënte telkens ‘meenemen’ bij de te ondernemen stappen en de uitkomsten daarvan.

Mr. X was daarin ernstig tekortgeschoten, vindt de tuchtrechter. Ze krijgt een voorwaardelijke schorsing van twee weken, met als bijzondere voorwaarde dat ze binnen vier weken € 6.000 – de helft van de declaratie – moet terugbetalen.

Omweg

Dat is meer dan de 5.000 euro die volgens artikel 48b lid 1 Advocatenwet als schadevergoeding mag worden opgelegd. Tuchtrechters gebruiken vaker de omweg via lid 2, waarin staat dat de tuchtrechter ook andere bijzondere voorwaarden bij een schorsing mag opleggen. Dan zijn ze af van die limiet. Wat nou precies de civielrechtelijke grondslag is blijft een beetje in het midden.

Mr. X is zich vast rotgeschrokken. Misschien had ze nog een goed verweer, maar als je niet op de zitting bent…

Podcast tuchtcast passend en geboden

Tuchtcast Passend en geboden #5

Luister naar de vijfde aflevering van de podcast Passend en geboden.

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie