De Tweede Kamer liet zich woensdag bijpraten door deskundigen over de gevolgen van de de veranderingen in de Penitentiaire beginselenwet, zoals voorgesteld door minister Weerwind (Rechtsbescherming). Die zijn er op gericht een kleine categorie zware criminelen het contact met de buitenwereld onmogelijk te maken. Met name de VVD dringt daarop aan, daartoe aangezet door recente affaires met advocaten van Ridouan Taghi.
Communicatie
Volgens Jirko Patist, officier van justitie bij het landelijk parket, is het in de ogen van het OM essentieel om de communicatie van ‘een beperkte groep’ te blokkeren en daarmee hun macht te breken. De voorstellen om in EBI en AIT visueel toezicht te houden op gesprekken met advocaten, het aantal raadslieden te beperken tot twee en alleen nog locatiegebonden bellen toe te staan, hebben de volle steun van het OM, aldus Patist.
Hij waarschuwde echter dat daarmee de risico’s voor advocaten groter worden. ‘De druk op advocaten als enige communicatiekanaal neemt daardoor toe. Advocaten zijn kwetsbaar. Daarom is het in het belang van advocaten zelf om hen te beschermen tegen ontoelaatbare druk en dreiging van criminele organisaties.’
Volgens Patist is de voorgestelde wetswijziging de ‘minimale maatregel’ die nodig is om advocaten te beschermen. ‘In onze optiek zijn het maar hele kleine maatregelen. Er is veel meer nodig om advocaten in bescherming te nemen.’ Op de vraag vanuit de Kamer wat er dan nog meer nodig is, bleef Patist het antwoord schuldig.
Druk
NOvA-bestuurder en strafrechtadvocaat Jeroen Soeteman waarschuwde ook voor toenemende druk op advocaten. Volgens hem is dat juist een gevolg van de voorgestelde wetswijziging. ‘Door het aantal rechtsbijstandverleners te beperken wordt de druk op de advocaten vergroot, er zijn er immers maar twee. Alle rechtsgebieden worden op een hoop gegooid en de gedetineerde moet maar kiezen wat hij het belangrijkst vindt. Daarmee ontnemen wij hem als samenleving bepaalde rechten.’
Volgens Soeteman dient de overheid geen generieke maatregelen te nemen die meer dan honderd gedetineerden en alle advocaten treffen, maar is individueel maatwerk nodig. ‘Wij zien de wens om advocaten te beschermen als oprecht. Maar men heeft nog niet aan ons gevraagd hoe dat het beste kan worden vormgegeven. Wij vinden dat er individueel moet worden gekeken, net zoals in elke strafzaak. Dus ook niet alle advocaten wantrouwen, want zo ervaart de advocatuur dat momenteel.’
Het visueel toezicht biedt geen soelaas meent Soeteman. ‘De gedetineerde gaat gewoon heel voorzichtig praten om een boodschap over te brengen, zonder dat iemand die meekijkt kan zien wat er gebeurt. De effectiviteit van de maatregel is ver te zoeken, maar gaat wel ten koste van de kwaliteit van de rechtsstaat.’
Ook Sonja Meijer, hoogleraar Penitentiair Recht, toonde zich geen voorstander van de extra beperkende maatregelen. Zij onderzocht in opdracht van het ministerie het Italiaanse 41-bis regime, waarmee mafia-kopstukken worden geïsoleerd. Volgens haar moet Nederland dat niet willen. ‘Wij hechten in Nederland sterk aan een humaan detentieklimaat, zelfs voor de zwaarst gestraften.’ Meijer stelt dat de huidige regelgeving al veel mogelijkheden biedt om individuele criminelen beperkingen op te leggen. Aanpassing van de Pbw zou zich dan ook moeten toespitsen op individuele maatregelen, vindt ze.