Mr. X had een cliënt die boos was op de school van zijn kinderen. De school zou ten onrechte onderzoeken hebben geïnitieerd en andere scholen negatieve informatie hebben gegeven over zijn kinderen. Mr. X vorderde in rechte schadevergoeding van bijna € 3 miljoen.
Het werd niks en de cliënt kreeg een proceskostenveroordeling van ruim € 16.500.
De deken kreeg hierover een signaal en stuurde mr. X een uitnodiging. Die wilde wel praten, hij zat met de zaak in zijn maag en had advies nodig. In het gesprek erkende mr. X de kritiek. De deken zou zich beraden over vervolgstappen. Ze zag op rechtspraak.nl andere zaken die haar ‘wenkbrauwen deden fronsen’ en vroeg bij mr. X zeven dossiers op.
Discriminatie
Mr. X ging in de aanval: hij stelde de deken aansprakelijk omdat zij volgens hem zélf tekortgeschoten was toen hij om hulp vroeg in de moeilijke situatie met deze cliënt. Hij begon over mogelijke discriminatie en over belangenverstrengeling, omdat kantoorgenoten van hem zaken hadden lopen tegen kantoorgenoten van de deken.
Om elke schijn van belangenverstrengeling te vermijden liet de deken een andere deken meekijken. De gevraagde dossiers kreeg ze pas na een last onder dwangsom. En in plaats van te verschijnen op een gespreksuitnodiging diende mr. X tegen haar een klacht in.
In de onderhavige zaak verwijt de deken mr. X gebrek aan deskundigheid en onafhankelijkheid; door zomaar te doen wat de cliënt wilde, had mr. X cliënt en school onnodig op kosten gejaagd. Ook had hij het dekentoezicht gefrustreerd.
Mr. X erkent dat hij zich door de cliënt ‘als een viool had laten bespelen’. Maar de dossiers had hij niet hoeven geven, vindt hij, omdat de deken zijn hulpvragen genegeerd had en naar andere missers was gaan zoeken om zijn ondeskundigheid aan te tonen.
Zelfinzicht
De raad van discipline Arnhem-Leeuwarden verklaart beide bezwaren gegrond. Weerstand bieden aan je cliënt raakt aan de kern van je taak als advocaat, en aan dekenonderzoek moet je gewoon meewerken. Mr. X toonde op de zitting geen zelfinzicht; het lag het allemaal aan de anderen. Op het idee van een coach om een respectvoller houding jegens de deken te leren, zoals de raad suggereerde, ging hij niet in.
Of de deken mr. X niet de nodige hulp had gegeven moet worden uitgemaakt in de klachtprocedure van mr. X tegen de deken.
Het werd een schorsing van vier weken, waarvan twee voorwaardelijk. Mr. X kan nog in beroep.