Salah was een van de gastsprekers op de jaarlijkse Diversity Day, begin oktober bij de NOvA. Zelf heeft hij zich altijd welkom gevoeld binnen de advocatuur, vertelt hij. Omar Salah, partner bij Norton Rose Fulbright in Amsterdam en Londen en hoogleraar Global Finance & Restructuring Law aan Tilburg University, werd in 1985 geboren in Kabul, Afghanistan. Hij kwam op zijn zevende naar Nederland. ‘Je denkt nu misschien: die heeft oogkleppen opgehad,’ lacht hij. ‘Maar ik heb in de ruim tien jaar dat ik nu rondloop op de Zuidas nooit het gevoel gehad dat men bewust bezig was met mijn achtergrond en dat ik er daarom niet bij zou horen.’
Toch zorgde zijn afkomst weleens voor misverstanden. ‘In de Afghaanse cultuur is beleefdheid erg belangrijk,’ vertelt Salah. Zijn collega’s vroegen zich weleens af: je bent zó beleefd, sta jij je mannetje wel als het erop aankomt? Hij herinnert zich ook besprekingen waarin hij de enige persoon van kleur aan tafel was. Of de borrels die hij steevast bezocht, maar waar alcoholvrij bier destijds nog ontbrak. ‘Ik was vaak de enige die geen alcohol dronk,’ blikt Salah terug. ‘Destijds stond diversiteit niet hoog op de agenda, waardoor collega’s zich minder bewust waren van cultuurverschillen.’
De ‘mindset van de minderheid’ speelt in zulke situaties volgens hem ook een belangrijke rol. ‘Ik doel daarmee op hoe je omgaat met situaties waarin je je niet welkom voelt. Dan kun je weglopen of het gesprek aangaan. En zelfs als je gevoel blijkt te kloppen, kun je alsnog zeggen: wacht, ik pak hier mijn ruimte om te verduidelijken wat ik nodig heb om me wel thuis te voelen.’