In opdracht van de NOvA onderzochten Leidse wetenschappers welke impact de huidige én de toekomstige kroongetuigenregeling heeft op de praktijkvoering en veiligheid van advocaten.
Die impact is groot, onder meer waar het gaat om werkbelasting, financiën en de inrichting van de praktijk. Kroongetuigenzaken vergen veel uren, waardoor er nauwelijks ruimte is voor andere zaken. Bovendien is het specialisme – het betreft zaken op toevoeging – niet bijzonder lucratief, aldus de onderzoekers. Daar komt bij dat een advocaat van een kroongetuige door andere potentiële cliënten niet als bijster aantrekkelijk wordt gezien, zeker niet als die (ook) uit de georganiseerde misdaad komen.
Veiligheid
Grootste struikelblok vormen echter de veiligheidsrisico’s die advocaten van kroongetuigen en hun naasten lopen en de impact van de eventuele beveiliging. De moorden op Derk Wiersum, Peter R. de Vries en Redouan B, respectievelijk advocaat, vertrouwenspersoon en zwager van kroongetuige Nabil B., hebben aangetoond hoe reëel die risico’s zijn.
Volgens het onderzoeksrapport lijken als gevolg van die aanslagen nog maar heel
weinig advocaten anno 2023 bereid kroongetuigen bij te staan. ‘Het heeft er alle schijn van dat zowel aan de strafrechtelijke als aan de civielrechtelijke kant het aantal advocaten dat (nog) kroongetuigen wil bijstaan op één hand te tellen is. Zorgen over veiligheid lijken daarvan een belangrijke oorzaak.’
De Leidse wetenschappers ondervroegen onder meer een aantal Nederlandse strafpleiters, die eerder betrokken waren bij kroongetuigenzaken. Sommige van hen gaven aan dat niet eens zozeer hun eigen veiligheid de doorslaggevende reden is geen kroongetuigen (meer) bij te staan, als wel die van hun naasten en de onbereidheid hen te confronteren met ingrijpende veiligheidsmaatregelen. Sommige anderen zeiden de afspraak te hebben gemaakt met het thuisfront om dergelijke bijstand niet (meer) te verlenen.
Animo
Volgens de onderzoekers is het nodig dat meer advocaten dan nu zich bereid tonen kroongetuigen bij te staan. Dat zorgt er ook voor dat het huidige handjevol minder wordt belast. De rechtsbijstand aan kroongetuigen is een verantwoordelijkheid van de advocatuur als geheel, niet die van een enkeling, zo stellen ze. ‘Dat vergt in ieder geval dat vanuit de beroepsgroep breder dan thans het geval is wordt onderkend en uitgedragen dat ook kroongetuigen in de kern verdachten zijn die net als ‘gewone’ verdachten recht hebben op rechtsbijstand, ongeacht hun (met justitie meewerkende) procesopstelling.’
De onderzoekers komen met een aantal aanbevelingen om in de toekomst de animo voor kroongetuigenzaken onder advocaten te vergroten. Zo zouden nieuwe kroongetuigendeals alleen nog maar tot stand mogen komen, als de veiligheid van alle (toekomstige) betrokkenen bij de zaak, inclusief advocaten, kan worden gewaarborgd. De Onderzoeksraad voor Veiligheid kwam eerder al tot dezelfde conclusie. Tot die tijd kan volgens de onderzoekers geen sprake zijn van een eventuele uitbreiding van de kroongetuigenregeling, zoals het kabinet beoogt.
Anoniem
De Leidse onderzoekers opperen de mogelijkheid een werkwijze te ontwikkelen waarbij de identiteit van kroongetuigenadvocaten min of meer geheim blijft. Dat zou slechts bij uitzondering moeten gebeuren. ‘Omwille van de externe openbaarheid van het strafproces zou volledig anonieme strafrechtelijke bijstand van kroongetuigen tot een minimum beperkt moeten blijven.’
Ook aan werklast en beloning valt nog het een en ander te verbeteren. ‘Het bijstaan van kroongetuigen zal vermoedelijk aantrekkelijker worden voor advocaten als dat specialisme zowel wat betreft werkbelasting en financiën als inrichting van de praktijk redelijkerwijs te doen is.’ Daarvoor is meer waardering nodig ‘in zowel materiële als immateriële zin’, aldus een van de aanbevelingen in het rapport.
Yeşilgöz
Het rapport was maandag ook onderwerp van gesprek tijdens het jaarlijkse Gerbrandydebat in Den Haag. Demissionair minister van Veiligheid en Justitie Yeşilgöz beloofde daar dat de getuigenbeschermingsovereenkomst tussen Staat en kroongetuige in de toekomst onafhankelijk getoetst gaat worden. In die overeenkomst staat de veiligheid van de kroongetuige en diens omgeving centraal.