De deken vroeg in 2021 bij mr. X 56 dossiers op voor een onderzoek naar zijn functioneren en dat van zijn kantoor. Erg vervelend, natuurlijk, maar wat het in mr. X losmaakte…

Mr. X, die al met de vorige deken gedonder had, weigerde de dossiers te geven, wat hem op lange schorsingen kwam te staan. Hij zette bewust de hakken in het zand, omdat de deken hem desnoods met list en bedrog wilde laten schrappen, zo verklaarde hij zijn handelen. Het zou helemaal niet kloppen dat er signalen over hem waren geweest en de deken zou fouten van collega’s ten onrechte aan mr. X hebben toegeschreven.

Mr. X diende ook een klacht in tegen de deken, maar die werd in juli 2023 kennelijk ongegrond verklaard – er waren wel degelijk signalen die onderzoek rechtvaardigden en met de gevolgde procedure was niks mis. Mr. X ging (vast) in verzet.

Vrijheid van meningsuiting

Tegelijk kwam mr. X met steeds heftiger beschuldigingen tegen de deken: bedrog, fraude, misbruik van bevoegdheid! En dat in een steeds groter wordende kring: de NOVA, het College van Toezicht, het advocatenkantoor van de deken, de andere dekens. Next level zou de pers zijn, en alle advocaten in het arrondissement.

Mr. X zag zichzelf als klokkenluider en had als ‘strategie’ nieuwe bezwaren van de deken uit te lokken, om daarin dan haar tekortkomingen aan de orde te stellen.

Er kwam wel een nieuw dekenbezwaar, maar dat verliep anders dan mr. X hoopte. De raad van discipline schrapte mr. X omdat hij de vrijheid van meningsuiting ver te buiten was gegaan, temeer daar de deken zich niet goed kon verdedigen vanwege haar geheimhoudingsplicht. Mr. X had zich welbewust op de persoon van de deken gericht en er  net als bij de vorige deken in 2018 een persoonlijke vete van gemaakt.

Grenzen van de betamelijkheid

Mr. X ging in hoger beroep – en bleef intussen de deken dwarszitten.

Ook het Hof van Discipline stelt de vrijheid van meningsuiting voorop en verwijst naar de EHRM-norm dat advocatenoptreden in het openbaar discreet, eerlijk en waardig moet zijn.

Een advocaat mag het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht niet ondermijnen. Die maatstaf moet ook gelden ten opzichte van de deken, vindt het hof. Die stelt zich immers vanwege zijn rol in het tuchtrecht als onafhankelijk professional op en mag terughoudendheid en zakelijkheid verlangen bij kritiek of aanvallen op zijn optreden en persoon, aldus het hof.

Met zware, niet onderbouwde beschuldigingen aan het adres van de deken die bewust met derden werden gedeeld heeft mr. X volgens het hof de grenzen van de betamelijkheid verre overschreden. Hoop op verbetering is er niet – mr. X moet definitief het veld ruimen.

De ironie wil dat de inhoudelijke klacht van de deken over het functioneren van mr. X in 2022 door de raad van discipline ongegrond werd verklaard. Die zaak loopt nog in hoger beroep.

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie