Het is mei 2019 wanneer Robert Gebel, partner op de sectie Vastgoed en Overheid, wordt gekozen als bestuursvoorzitter en managing partner van het Brabantse Holla legal & tax. De geschiedenis van het kantoor, dat op dat moment vestigingen in Den Bosch, Eindhoven en Utrecht heeft, gaat terug tot 1879. In dat jaar richt Herman Jan van Leeuwen de firma op. Het kantoor wordt ruim honderd jaar lang bestierd door telgen uit de advocatenfamilie Van Leeuwen. Via verschillende fusies ontstaat in 2007 het kantoor Holla Poelman van Leeuwen Advocaten dat na een paar jaar kortweg de naam Holla kiest, vernoemd naar advocaat en verzetsheld Harry Holla.
Gebel verruilde in 2015 het internationaal georiënteerde Deterink Advocaten en Notarissen (het huidige Taylor Wessing) voor het kantoor in Brabant. ‘Holla stond bekend als een kwalitatief goed en degelijk kantoor, maar met een wat traditionele denkwijze. Er werden bijvoorbeeld pas mensen aangenomen als daar ook daadwerkelijk werk voor was. Ik wist zeker dat Holla zo’n goede reputatie had bij zijn klanten dat ook door groei snel extra werk gegenereerd zou worden.’ Zo gezegd, zo gedaan. In 2023 was het kantoor gegroeid van 47 naar 82 advocaten, een groei van 74,5 procent sinds 2019. Holla prijkt daarmee met stip op de lijst van snelste groeiers 2019-2023 in de Stand van de Advocatuur en het Notariaat 2023 van Advocatie. Uit die cijfers blijkt dat sinds 2019 zeventien kantoren met twintig procent of meer zijn gegroeid. In dezelfde tijdspanne groeiden zes kantoren bovendien met vijftig procent of meer: Damsté, Eversheds Sutherland, Linklaters, Osborne Clarke, Stek en Holla. De eerste vier genoemde kantoren noteerden over de afgelopen vijf jaar een groei van tussen de vijftig en 55 procent. Kortom, ze timmerden de laatste jaren flink aan de weg. Wat is de verklaring hiervoor?