Mr. X trad (met een kantoorgenoot) op voor een van witwassen verdachte souvenirshop-eigenaar. De verdachte vroeg mr. X of hij ook werknemers wilde bijstaan die de politie in zijn zaak zou horen. De verdachte betaalde wel. Zo gezegd, zo gedaan.

Voor het OM was de combinatie reden mr. X toegang tot de processtukken te weigeren zolang niet alle getuigen waren gehoord. Bezwaar bij de r-c hielp niet.

De deken kreeg een signaal van het OM en stelde vragen. Volgens mr. X was hij vrij cliënten bij te staan zolang er maar geen tegenstrijdige belangen (konden) bestaan. Het ging om een principiële kwestie, de vrije advocatenkeuze, en het leende zich volgens hem voor een proeftuchtzaak. Hij stelde dat aan alle betrokkenen schriftelijk bevestigd was hoe het zat met de onafhankelijkheid en mogelijke tegenstrijdige belangen. Maar desgevraagd kon mr. X die bevestigingen ‘tot zijn schaamte’ niet leveren.

De deken concipieerde een dekenbezwaar waarover mr. X zijn zegje nog mocht doen voordat het werd ingediend. Een proefproces, bedoeld om duidelijkheid te krijgen.

Parallelle belangen

De raad van discipline Amsterdam stelt vast dat in de beroepsgroep al geruime tijd discussie is over het bijstaan van meerdere verdachten of getuigen. Bij volstrekt parallelle belangen geen probleem, besliste het Hof van Discipline in 2021. Maar nu ging het om werknemers, dus een afhankelijkheidsrelatie, en dan kan er nooit sprake zijn van volledig parallelle belangen, aldus de raad.

Mr. X had er niet vanuit mogen gaan dat de getuigen zich vrij zouden voelen om zich (niet) door hem te laten bijstaan, of dat zij de gevolgen van hun beslissing volledig overzagen. Of dat ze eventueel een belastende verklaring durfden afleggen in het bijzijn van de advocaat die ook voor hun baas optrad en door hem werd betaald.

Mr. X kon bij aanvang ook schier onmogelijk voorzien in hoeverre de belangen later uiteen zouden lopen; een getuige kon alsnog verdachte worden.

Bovendien was het belang van de verdachte al geschaad – mr. X kreeg immers geen inzage in het procesdossier. Mr. X overtrad gedragsregel 15 lid 1, schond zijn kerntaak als belangenbehartiger en de kernwaarde onafhankelijkheid.

Verder moet een advocaat vooraf een mogelijk tegenstrijdig belang bespreken en nagaan of de cliënt zijn beslissing in vrijheid neemt. De wil van de cliënt is uitgangspunt, maar de advocaat heeft ook een eigen verantwoordelijkheid.

Zonder schriftelijke vastlegging kon niet worden vastgesteld of dit was gebeurd – schending van gedragsregel 16 lid 1.

Omdat het een ‘proefproces’ is volgt een enkele gegrondverklaring, dus zonder maatregel en kostenveroordeling. Daarmee komt mr. X met meer weg dan een kansloze uitleg van de vrije advocatenkeuze.

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie