Mr. X trad bijna vier jaar op voor cliënten met een sportschool die aardbevingsschade hadden en in het schadeafhandelingsmoeras belandden. Een kantoorgenoot hielp mr. X en nam de zaak mee naar zijn nieuwe kantoor. Een half jaar later lag er een deal, inclusief vergoeding advocatenkosten, maar die kwam op losse schroeven te staan toen DAS Rechtsbijstand de omvang van de advocatenkosten onthulde: totaal € 460.000, later oplopend tot € 525.000 inclusief btw, waarvan ruim € 345.000 voor mr. X.
De deken kreeg hierover een signaal van het Interventieteam Vastgelopen Zaken dat de deal had begeleid en diende een bezwaar tegen mr. X in.
Redelijk honorarium
De raad van discipline Arnhem-Leeuwarden verwijst naar gedragsregel 17 lid 1: een advocaat brengt een, alle omstandigheden in aanmerking genomen, redelijk honorarium in rekening. Maar de tuchtrechter toetst slechts of er sprake is van excessief declareren. Daarbij wegen alle omstandigheden mee, waaronder aard en complexiteit van de zaak, de (financiële) hoedanigheid van de cliënt, het belang van de zaak en de verhouding tot verrichte werkzaamheden. De tuchtrechter kijkt niet naar elk onderdeel van de specificatie, maar naar het geheel van declaraties.
Wat betreft de onderhavige zaak: de raad stelt vast dat níet is gebleken dat mr. X uren heeft gedeclareerd die zij in het geheel níet heeft gemaakt. (Maar, denk je dan, zou je dat niet moeten omdraaien? Zie ook Gedragsregel 17 lid 4.)
Gebrekkige vastlegging
De zaak was natuurlijk complex en omvangrijk, maar welke werkzaamheden mr. X had verricht en zelfs welke procedures er waren gevoerd kon – mede door haar gebrekkige vastlegging ervan – niet exact worden vastgesteld. Wel vindt de raad het totaal aantal door mr. X gedeclareerde uren erg hoog, en ook het aan de deken gegeven signaal wijst daarop.
Toch strandt het bezwaar. De uren van mr. X’ collega konden, anders dan de deken had betoogd, niet aan mr. X worden toegerekend, nu hij niet onder (strakke) leiding van mr. X bleek te werken. Dat mr. X geen oplossing had bereikt achtte de raad niet van belang. Het kon immers dat haar werk wel had bijgedragen aan het latere resultaat.
129 uur ‘dossieronderzoek’ was wel heel veel, maar mr. X stelde dat ze daar ook literatuur en jurisprudentie onder rekende. En DAS Rechtsbijstand vond het blijkbaar oké, want die had de declaraties betaald.
Excessief
De raad stelt wel vast dat mr. X onvoldoende regie heeft gevoerd. Daarover loopt een klacht van de cliënt. Mogelijk zou mr. X bij betere regie minder uren hebben gemaakt, maar dat is onvoldoende voor ‘excessief declareren’.
Het lijkt te wringen dat de tuchtrechter pas bij ‘excessief declareren’ ingrijpt, terwijl de gedragsregels een ‘redelijk’ en goed onderbouwd honorarium voorschrijven.
De zaak geeft vooral een droevig beeld van de maatschappelijke realiteit: dat er in Groningen misschien wel meer geld gaat naar het waden door de juridische modder dan naar de mensen die snakken naar snelle oplossingen.
Appel staat nog open.