Mr. X was advocaat van een stalkingverdachte. De man mocht van het OM negentig dagen niet in de straat van zijn ex komen. De strafzaak werd uiteindelijk geseponeerd.
Na afloop confronteerde de cliënt zijn ex met gegevens uit het strafdossier. Hij kon putten uit een dik dossier met alle getuigenverklaringen, haar slachtofferverklaring en haar communicatie met Slachtofferhulp en het OM.
Het OM bood de vrouw excuses aan: de getuigenverklaringen hoorden wel in het digitale procesdossier thuis, maar de mailwisseling met het OM was per abuis toegevoegd. (Slachtofferhulp-correspondentie en slachtofferverklaring worden hier niet genoemd; een slachtofferverklaring hoort in elk geval in het strafdossier).
De ex klaagde over mr. X: hij had moeten snappen dat de gegevens niet in het dossier hoorden en ze niet moeten doorsturen. Haar ex had haar daardoor intimiderend en denigrerend behandeld. Maar de raad van discipline Den Bosch verklaart de klacht ongegrond.
Eigen afweging
De ex ging in appel. Hoewel ze nu beter duidelijk maakte om welke stukken het haar ging en ze haar belang preciseerde (privacygevoelige informatie), ving ze toch weer bot.
Het is volgens het Hof van Discipline aan het OM om te zorgen dat stukken die aan de advocaat worden verstrekt ook bestemd zijn voor de cliënt. Van een advocaat wordt niet gevergd dat hij proactief alle stukken uitvoerig bestudeert voor hij ze doorstuurt. Treft een advocaat echter, vóór het doorsturen, stukken aan die normaliter niet in het strafdossier zitten, dan moet hij een eigen afweging maken of die stukken thuis horen bij de cliënt. Daarbij moet hij rekening houden met de kernwaarden onafhankelijkheid en integriteit, en de belangen van slachtoffer en cliënt tegen elkaar afwegen.
Het hof begrijpt mr. X zo dat hij niet is aangeslagen op de ten onrechte verstrekte stukken, omdat het geen stukken waren die evident niet in het strafdossier thuis hoorden. Dat mr. X die stukken aan zijn cliënt verstrekte is daarom niet klachtwaardig.
De vrouw had ook geklaagd dat mr. X de stukken in de tuchtzaak aan de man had verstrekt, terwijl de man in die zaak geen partij was en de strafzaak inmiddels was geseponeerd. Maar dat had niks met het OM-dossier te maken; het hof acht ook dat niet verwijtbaar.