Een koper en verkoper van een appartement ruzieden over de ontruimingsdatum. De juridisch adviseur van de verkoper dreigde de advocaat van koper met een tuchtklacht als de koper zou gaan procederen.

De (advocaat van de) koper haalde mr. X erbij, die strafadvocaat is. Mr. X schreef de wederpartij dat die dreiging met een tuchtklacht smaad en afdreiging opleverde. Zij kondigde op haar beurt – o, ironie – aangifte van afdreiging aan ‘op de kortst mogelijke termijn’.

De juridisch adviseur kondigde nog dezelfde avond aan een advocaat in de arm te nemen en een tuchtklacht tegen mr. X in te dienen.

Tweede klacht

Enkele weken later lag er inderdaad een klacht van de verkoper tegen mr. X bij de deken. Een aangifte door mr. X van smaad tegen de verkoper bleef echter uit. De vragen naar de stand van zaken die de advocaat van de koper stelde bleven onbeantwoord. Dit leidde tot een tweede klacht tegen mr. X.

De raad van discipline Den Haag achtte zowel de klacht over dreiging met aangifte, als de klacht over het negeren van vragen over de status daarvan gegrond. Het levert haar bij de raad twee waarschuwingen op.

Proportionaliteit

Bij het Hof van Discipline maakt mr. X bezwaar tegen de afzonderlijke behandeling van de twee samenhangende klachten. Ze krijgt haar zin: het Hof neemt één beslissing. Maar verder ziet die er niet uit zoals mr. X hoopte.

Het hof onderschrijft het oordeel van de raad van discipline in beide zaken. Een advocaat die een wederpartij beschuldigt van een misdrijf moet vooraf een afweging maken en de proportionaliteit toetsen. Dat had mr. X hier onvoldoende gedaan. Dat het om een ‘stopbrief’ ging maakte ze niet aannemelijk. Ze had de zaak onnodig verder op de spits gedreven. Het negeren van de vragen was onbehoorlijk.

Schrik aanjagen

Het Hof wijst er nog op dat mr. X niet onderzocht of er een reële basis was voor de beschuldiging en dat zij haar dreigement niet uitvoerde. Kennelijk was de bedoeling enkel schrik aanjagen zodat de wederpartij van een tuchtklacht zou afzien.

Het past een advocaat niet haar maatschappelijk gezag als strafrechtdeskundige te laten gebruiken om een wederpartij of diens adviseur te intimideren. Nu mr. X ook de ernst niet leek in te zien, krijgt ze een berisping.

De ruime vrijheid die je als advocaat bij de belangenbehartiging hebt, wordt onder andere begrensd doordat je de belangen van de wederpartij niet onnodig of onevenredig mag schaden zonder redelijk doel. Dat wordt weleens uitgelegd als: zolang er maar een redelijk doel is, mag bijna alles. Maar proportionaliteit speelde hier dus wel degelijk een grote rol.

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie