Nederland loopt binnen Europa al decennia voorop met de mogelijkheden voor class action. Sinds de invoering van de WAMCA in 2020 kan de rechter na een verklaring van recht over de claim ook een eventuele schadevergoeding vaststellen als de partijen er onderling niet uitkomen. Daarmee krijgt het collectief een stok achter de deur om eindeloze onderhandelingen te beslechten, zo was het idee.
Maar tijdens de slepende totstandkoming van de WAMCA waarschuwden multinationals en de Amerikaanse chamber of commerce voor het andere uiterste, een doorgeslagen claimcultuur en ‘Amerikaanse toestanden’. Het grootkapitaal paste ervoor om straks de maat te worden genomen door vage clubjes van berooide lotgenoten dan wel louche claimcowboys. Door de sterke tegenlobby kwam er met de WAMCA een lange lijst met vereisten in het Burgerlijk Wetboek, waaraan collectieve belangenbehartigers moeten voldoen, zoals een grote en representatieve achterban, deskundig maar onafhankelijk bestuur en toezicht, een serieuze oorlogskas en een claim met voldoende relatie tot Nederland.