Ik stond eerlijk gezegd versteld van hetgeen mijn cliënt in eerste aanleg had gedaan. Hij had de zaak zonder hulp van een advocaat bij de kantonrechter aanhangig gemaakt. Hij liet me de processtukken zien en die zaten geweldig in elkaar. De zaak betrof het ophangen van ongeveer dertig camera’s op de middelbare school van cliënt. Dit was in verband met de veiligheid, maar mijn cliënt had op grond van de AVG geen toestemming verleend. Het was voor hem een principekwestie: met het oog op zowel zijn privacy als die van zijn medescholieren vond cliënt het ophangen van zoveel camera’s een slechte ontwikkeling. Hij kwam er met de school niet uit en besloot hen te dagvaarden.
Cliënt beleefde duidelijk plezier aan deze principekwestie. Hij had zich grondig in de materie verdiept, een deurwaarder ingeschakeld en het was hem zelfs gelukt om op een rolzitting een snellere termijn bij de kantonrechter voor elkaar te krijgen omdat dit een fundamentele zaak betrof. Iets dat menig advocaat niet lukt. De school beriep zich echter op de procesonbevoegdheid van cliënt vanwege zijn leeftijd. De kantonrechter ging daarin mee en hij werd niet-ontvankelijk verklaard.