In 2021 deed ProRail aangifte van factuurvervalsing tegen een onderaannemer. Het moederbedrijf daarvan gaf het kantoor van mr. X opdracht intern onderzoek te doen.

De CEO en CFO kregen te horen dat mr. X (onder andere) interviews zou houden om een helder beeld te krijgen van wat er was gebeurd – niet om te beoordelen of er sprake was van schuld of onschuld. De gesprekken zouden echter niet vertrouwelijk zijn; ze zouden worden gebruikt voor onderzoek en mogelijk voor ondernemingsbesluiten en disciplinaire of andere maatregelen.

In het onderzoeksprotocol stond als doel feitenverzameling, om een beeld te vormen van de aantijgingen.

Na het onderzoek worden de CEO en de CFO op staande voet ontslagen. Ze klagen bij de raad van discipline Amsterdam dat mr. X op allerlei punten te kort was geschoten.

Onafhankelijk

De raad kijkt aan de hand van de Hofuitspraak van juni 2023 eerst of mr. X valt onder het toetsingskader voor de onafhankelijk onderzoeker, of onder dat voor de advocaat. Onafhankelijk onderzoeker, vond mr. X zelf, maar het gaat erom hoe ze zich presentéérde. Ze had klagers bij aanvang geschreven dat het bedrijf haar kantoor had gevraagd om feitenonderzoek te doen. Dat ze dit als onafhankelijk onderzoeker deed bleek nergens uit. Mr. X was daarom gewoon partijdig belangenbehartiger, onderworpen aan de normale regels van het tuchtrecht. Geen overeenkomst ‘sui generis’ dus, waarbij geheimhouding en partijdigheid naar de achtergrond verdwijnen.

Getoetst aan het advocatengedragsrecht had mr. X volgens de raad niks verkeerd gedaan. Anders dan klagers klaagden, kregen ze ruim de gelegenheid voor wederhoor. En dat mr. X de hulp van een strafadvocaat had ingeroepen, was juist goed: ze had ingezien dat ze die expertise nodig had.

Gedragscode

Ook mocht mr. X in het kader van feitenonderzoek een factuur best ‘untruthful’ noemen of vaststellen dat bepaald gedrag in strijd was met een gedragscode. De tuchtrechter vindt dit juist overwegingen van feitelijke aard. Dat het onderzoek niet vrijblijvend was, dat was voor klagers ook van meet af aan duidelijk. Over de strafrechtelijke kwalificatie schuldig/onschuldig had mr. X zich niet uitgesproken.

Klagers vonden het onderzoek ook eenzijdig: mr. X had met mensen van ProRail en andere partijen moeten spreken. Hier helpt het haar een beetje dat ze toch geen onafhankelijk onderzoeker was: als partijdig adviseur hoefde ze zich niet op informatie van derden te richten (als dat al nodig was).

Mr. X had haar opdracht, ondanks deze en andere bezwaren van klagers, zonder tuchtrechtelijke missers uitgevoerd. De klacht is ongegrond.

 

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie