De Afdeling advisering van de RSJ bracht op verzoek van demissionair minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind (D66) advies uit over de voorgenomen wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (Rspog). De minister wil een afdeling voor intensief toezicht (AIT) aan de Rspog toevoegen. Op de AIT kunnen gedetineerden worden geplaatst ‘van wie ofwel een hoog vluchtgevaar of een hoog risico op voortgezet crimineel handelen of een hoog risico op aanhoudende ongeoorloofde contacten met de buitenwereld uitgaat’. De wijziging volgt op eerdere wijzigingen van de Rspog en de Penitentiaire beginselenwet (Pbw).
De wettelijke termijn voor plaatsing op een AIT is momenteel ook twaalf maanden. Daarna neemt een selectiefunctionaris, telkens voor een nieuwe termijn van twaalf maanden, een besluit over verlenging. Deze gang van zaken laat volgens de RSJ ‘te weinig ruimte voor maatwerk in het geval van de individuele gedetineerde’. Bovendien druist het in tegen het proportionaliteitsbeginsel en het noodzakelijkheidsvereiste. ‘Met het vaststellen van een termijn van ten hoogste twaalf maanden ontstaat daarentegen ruimte voor maatwerk en een individuele afweging’.
Hoog risico
De gronden voor plaatsing op een AIT komen in grote mate overeen met de gronden voor plaatsing in de EBI, schrijft de RSJ. Het grootste verschil is dat het in het geval van de EBI dient te gaan om een ‘extreem hoog risico’ en voor plaatsing op een AIT om een ‘hoog risico’. Het onderscheid tussen deze termen is volgens de RSJ niet duidelijk genoeg. ‘In concrete gevallen zal niet altijd helder zijn of sprake is van een extreem hoog risico of een hoog risico.’ Ook is volgens de Raad onduidelijk wat de ondergrens is voor plaatsing op een AIT.
Als het huidige voorstel van de minister wordt ingevoerd, gaan in de praktijk twee selectieadviescommissies beslissen over de plaatsing van gedetineerden in de EBI en op een AIT. De RSJ adviseert over te gaan tot de instelling van één selectieadviescommissie voor de AIT en de EBI, om ‘tot een uniform selectiebeleid te komen en de kans op arbitraire besluitvorming ten aanzien van de plaatsing van gedetineerden met een (extreem) hoog risico te voorkomen’.