In onze samenleving leven mens en dier nauw samen, zowel in de privé- als professionele sfeer. Zo heeft bijna de helft (45%) van de Nederlandse huishoudens een of meer huisdieren, waarbij hond en kat het populairst zijn. Beroeps- en bedrijfsmatig wordt op dagelijkse basis in groten getale en op zeer uiteenlopende wijzen van dieren gebruikgemaakt; van landbouwdieren binnen veehouderijen tot manegepaarden om rijlessen mee te verzorgen en van de politie die politiehonden inzet tot de dierentuin die dieren tentoonstelt. Een keerzijde van dit alles is dat dieren, omdat deze nu eenmaal onberekenbaar kunnen zijn, een gevaar voor anderen kunnen vormen. In de media verschijnen met regelmaat berichten over personenschade door loslopende (huis)dieren, ernstige bijtincidenten, paardrijongelukken en soms zelfs uit de dierentuin ontsnapte dieren.
Aansprakelijkheid voor dieren: alertheid geboden
De bezitter van een dier is aansprakelijk voor schade die het dier aanricht, stelt artikel 6:179 BW. Achter die eenvoudige zin gaat een hele wereld schuil, constateert letselschadeadvocaat Arvin Kolder. Toepassing is in de praktijk niet altijd eenvoudig.