Wat maakt de aansprakelijkstelling van ING – en de klimaatzaak die er hoogstwaarschijnlijk uit voortkomt – zo bijzonder?
‘Een klimaatzaak tegen een financiële instelling is uniek, zelfs wereldwijd. Er zijn wel een paar voorbeelden te noemen. Een lopende Franse zaak tegen BNP Paribas voor financiering van de olie- en gassector vertoont sterke gelijkenissen. Een ander voorbeeld is een zaak in Australië tegen een pensioenfonds, maar die is geschikt. Een zaak tegen de Belgische Nationale Bank is ingetrokken. Met deze aansprakelijkstelling springt Milieudefensie in een juridisch hiaat.’
Wat is die juridische hiaat in dit geval?
‘Er bestaat nog geen Europese of Nederlandse wetgeving die de reductiedoelstellingen en ‑verantwoordelijkheden van bedrijven – in dit geval financiële instellingen – vastlegt. Mede omdat publieke regulering ontbreekt, wordt het civiele recht ingezet. Via de onrechtmatige daad (artikel 6:162 lid 2 BW) probeert Milieudefensie uit de ongeschreven zorgvuldigheidsnorm een verantwoordelijkheid voor ING te destilleren. Of die verantwoordelijkheid er is en hoe die er dan uitziet, dat debat zal plaatsvinden in deze zaak – mocht het daartoe komen.’