De Tweede Kamer debatteerde woensdagavond met demissionair minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) over de wet. Weerwind wil dat ‘visueel toezicht’ wordt gehouden op bezoeken van advocaten aan gedetineerden die onder intensief toezicht staan of die in een extra beveiligde inrichting vast zitten. Ook mogen in beginsel ‘ten hoogste twee rechtsbijstandverleners’ toegang hebben tot deze gedetineerden. De advocatuur is fel gekant tegen deze maatregelen.
Ellian, met in zijn kielzog BBB-Kamerlid Lilian Helder, wil niettemin nog een stap verder gaan. Hij richt zich daarbij op gedetineerden die ervan worden verdacht contact te zoeken met de buitenwereld om het crimineel handelen voort te zetten. ‘In die gevallen is het geboden dat ook de gesprekken tussen de rechtsbijstandsverlener en de gedetineerde worden opgenomen,’ aldus Ellian.
De drempel komt daarbij vrij laag te liggen als het aan de VVD’er ligt. ‘In de regel is dan nog geen sprake van feiten en omstandigheden die het inzetten van zware opsporingsbevoegdheden als het afluisteren van geprivilegieerd contact tussen advocaat en gedetineerde rechtvaardigen. In die gevallen bestaat er dus nog geen verdenking in strafvorderlijke zin (een redelijk vermoeden van schuld) tegen de rechtsbijstandsverlener.’
Ellian wil niet dat de geluidsopnamen onder beheer van het OM komen. Ze moeten worden voorgelegd aan een onafhankelijke commissie, die beoordeelt of extra onderzoek nodig is naar de positie van de advocaat. Als blijkt dat extra onderzoek nodig is, wordt de minister ingelicht. De leden van de commissie hebben een geheimhoudingsplicht.
Minister Weerwind vindt de voorgestelde maatregel te ver gaan, bleek woensdagavond. Volgens de D66-bewindsman laat artikel 6 van het EVRM niet toe dat vertrouwelijke gesprekken worden opgenomen. Hij verwijst daarbij naar een Europees arrest uit 1980. Volgens Ellian en Helder geeft Weerwind een verkeerde uitleg aan dat arrest.
Individuele afweging
Ook andere fracties in de Tweede Kamer hebben hun bedenkingen bij de voorgestelde wijziging van de Pbw. Joost Sneller (S66) en Esmah Lahlah (GL-PvdA) willen dat per individuele gedetineerde wordt afgewogen of de beperking van rechtsbijstand door maximaal twee advocaten noodzakelijk, proportioneel en subsidiair is. Omdat de plaatsingsgronden voor de EBI- en AIT-afdelingen ruim geformuleerd zijn, is de populatie gedetineerden op die afdelingen divers, aldus de indieners van het amendement. ‘Op voorhand is daarom niet generiek vast te stellen dat het beperken van het aantal rechtsbijstandverleners op alle gedetineerden op die afdelingen van toepassing dient te zijn.’ Ook ten aanzien van het voorgestelde cameratoezicht en het locatiegebonden bellen verzoeken Sneller en Lahlah om een individuele afweging.