Nu het Hof van Discipline in juni 2023 wat knopen heeft doorgehakt over het onderscheid tussen de partijdig en de onafhankelijk onderzoeker is het interessant om te kijken hoe dat verder uitwerkt. Kort geleden kwam bij de raad van discipline Amsterdam aan de orde dat je jezelf wel kunt beschouwen als onafhankelijk onderzoeker, maar dat het erom gaat hoe je je presentéért.
In de zaak van deze week kreeg het kantoor van mr. X van een ander advocatenkantoor de opdracht om daar onderzoek te doen. Er waren Wwft-problemen met kans op een miljoenenboete.
Mr. X interviewde twee keer de partner die verantwoordelijk was voor de desbetreffende dossiers. De partner werd uiteindelijk uit het kantoor gezet.
Hij klaagt (onder meer) dat mr. X op grond van het onderzoeksprotocol van diens kantoor de gesprekken had moeten opnemen. De tax partner had achteraf veel kritiek op de schriftelijke weergave.
Protocol
Zowel de raad van discipline Den Haag in eerste instantie als het Hof van Discipline in appel vinden dat duidelijk genoeg was dat mr. X als belangenbehartiger optrad en dus niet als onafhankelijk onderzoeker.
Toch vond de raad van discipline het niet kunnen dat mr. X het eigen protocol van het kantoor niet gebruikt had. Eerder had een partner van het kantoor, onder andere in het Advocatenblad, met dit protocol nog goede sier gemaakt. Je hoeft bij belangenbehartiging geen protocol te hebben, maar als je er een hebt moet je het toepassen, vond de raad. Maar het Hof is het met dat laatste niet eens: ‘Enkel als voor het onderzoek in kwestie een gericht protocol van toepassing is verklaard, moet dit protocol ook (tijdig) bekend zijn gemaakt aan de betrokken partijen en worden toegepast,’ aldus het Hof.
Of het nu gaat om partijdig of onpartijdig onderzoek, in beide gevallen moet de onderzoeker mensen wijzen op het doel van het onderzoek en hun rechten. Anders dan de raad oordeelde het Hof dat ook aan die voorwaarde was voldaan. Zo had het kantoor van de tax partner hem vooraf laten weten dat er fiscale vragen waren gerezen waaraan in uiterste consequentie een strafrechtelijke component zou kunnen zitten, en dat (o.a.) mr. X onderzoek zou doen. Ook had de tax partner voorafgaand aan het interview een informatieblad gekregen waarop stond dat hij een advocaat kon nemen (waar hij van af zag). De raad vond dat dat informatieblad te laat kwam, dat had ruim van tevoren gemoeten. Maar daar is het Hof het dus ook niet mee eens.
De waarschuwing die de raad aan mr. X uitdeelde is daarmee van de baan.